woensdag 7 mei 2014

Wat de eskimo's mij leren over innovatie...

Ga je wandelen met een vogelkenner en ben je trots om een valk te spotten, dan krijg je de vraag welke valk juist. Slik. Als je te maken hebt met een echt gepassioneerde ornitholoog volgt dan allicht een keuzelijst van 66 soorten en weet je meteen weer dat je je best beperkt tot het herkennen van merel en huismus. Om maar een voorbeeld te geven dat je woordenschat nogal bepaald wordt door je passie en door de omgeving waarin je vertoeft. Recent hoorde ik op de radio een reportage over eskimo's waarin ook werd aangegeven dat ze ruim 20 verschillende woorden hebben om over sneeuw te spreken. Wij zijn al blij of net niet als een winter wat sneeuw oplevert en houden het dus veelal bij adjectieven als mooi of rottig. Als je zoals de eskimo's dagelijks geconfronteerd wordt met een wit tapijt, verrijkt de woordenschat zich, al is het maar om niet in herhaling te vallen.  Of wat te denken van woorden als kalyuqiak voor geribbelde sneeuw en akillukkak voor zachte sneeuw.

De impact van de taal die iemand gebruikt op de manier waarover de persoon denkt over de realiteit is uitvoeriger beschreven door de Amerikaanse taalkundigen Sapir en Whorf en dus beter bekend als de Sapir-Whorfhypothese of de hypothese van linguïstische relativiteit. In verkiezingstijden wordt er al wel eens gediscussieerd of taal een belangrijke component is van identiteit of cultuur. Feit is alleszins dat er legio voorbeelden zijn waarbij taalgebruik tot verwarring kan leiden tussen culturen. Veel onderzoek is gebeurd naar de manier waarop over kleuren wordt gesproken. Waar bij ons lichtblauw en donkerblauw tinten zijn van blauw, is het verschil tussen beide kleuren in sommige's regio's even belangrijk als ons verschil tussen rood en blauw.

Die Sapir-Whorfhypothese werpt ook haar schaduw bij innovatie.  Per slot van rekening start innovatie veelal met het goed kunnen inschatten van noden in de markt. Gesprekken met mogelijke klanten willen daarbij al eens helpen. Op voorwaarde tenminste dat die gesprekken gebeuren in een taal die de klant begrijpt of omgekeerd dat je de taal van de klant begrijpt. Niet altijd evident, gezien de omgeving van innovator en klant vaak niet dezelfde zijn en ook niet de taal die ze dagelijks hanteren. Die van de mogelijke klant is sterk beïnvloed door de dagelijkse problemen waar hij mee worstelt. Die van de innovator is vol van de voordelen die haar oplossing zal brengen voor de klant. De klant denkt aan zijn problemen met ribbelsneeuw en herkent zich niet in de innovator die spreekt over een oplossing voor sneeuw. En weg is de aandacht van de klant. Gelukkig is er een eenvoudige oplossing om niet in de val van Sapir-Whorf te trappen. Zwijg bij een eerste gesprek zoveel mogelijk en leer de taal van de klant...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten