woensdag 23 oktober 2019

Wat een organisatienetwerk me leert over innovatie...

Als je een hamer bent, zie je over nagels om te kloppen, maar in een netwerk heb je een hele gereedschapskist waaruit je de beste oplossing voor de klant kan kiezen. Het is een veelzeggende metafoor om de mogelijkheden van een organisatienetwerk samen te vatten.  Veel maatschappelijke uitdagingen vragen een benadering waarbij actoren tot oplossingen kunnen komen die ze alleen nooit zouden kunnen realiseren. Ook het lanceren van innovaties vraagt steeds vaker een samenspel van organisaties. Samenwerking is daarbij meer en meer de vereiste tot meer effectiviteit, waar binnen organisaties het te vaak nog eenzijdig ingevuld wordt als een aanpak tot meer efficiëntie. Samenwerking tussen overheden, profit en non-profit, bedrijven tot zelfs burgers. Patrick Kenis en Bart Cambré schreven een boek over het wel en wee van organisatienetwerken. Meteen een inspiratiebron voor dit artikel.

Onderliggend aan organisatienetwerken is het groeiend belang van sociaal kapitaal. Het is niet (alleen) belangrijk wat je kent, maar ook wie je kent. Het is een uitspraak die niet zelden een erg negatieve bijklank heeft als hij op een doordeweekse dag over de tong gaat al dan niet nabij een lokale toog. Het woord vriendjespolitiek is dan nooit veraf. Een relationeel perspectief heeft echter ook ver van de politiek een belangrijke impact in de sociale realiteit. Het betekent meer aandacht voor de verbindingen tussen actoren eerder dan enkel aandacht voor de actoren zelf. Welke actoren zijn er in een netwerk en welke formele en informele relaties zijn er tussen hen? Onderzoek toont aan dat in bedrijven de mensen die het meest ingeschakeld worden door collega's niet noodzakelijk degene zijn met de meeste expertise. Vertrouwen en toegankelijkheid zijn eerder doorslaggevend. Verder draait het bij contacten meer en meer om wie je weet te vinden die je nog niet kent en die iets met je wil delen eerder dan enkel 'wie je kent'.

In elk netwerk zijn aanwezige relaties belangrijk, maar afwezige relaties mogelijk nog meer kenmerkend voor de aard en kwaliteit van het netwerk. Het geheel van relaties of afwezigheid ervan creëert het type netwerkstructuur. Elke actor in een netwerk heeft een sociaal kapitaal gekenmerkt door het aantal, het type en de kwaliteit van relaties. Het belang van sociaal kapitaal komt dus ook meer en meer tot uiting binnen organisaties zelf: sterk presterende medewerkers blijken vaak lid te zijn van meerdere professionele netwerken waaruit ze waarde halen voor zichzelf, maar ook voor de organisatie. Ze nemen vaak een verbindingsrol op tussen hun eigen organisatie en een externe community. Sterker wordt het nog als iemand de rol van makelaar opneemt om onafhankelijke componenten te connecteren en zo te komen tot de creatie van een groter netwerk. Mensen die nieuwe horizonten verkennen en daardoor communities met mekaar kunnen verbinden: het is een vaardigheid die waarde creëert. Ze krijgen immers informatie uit beide communities en kunnen daaruit samenwerkingskansen spotten.  In een grotere organisatie zijn wisselleren en jobrotatie vormen om dit te stimuleren.

Dat sociaal kapitaal aan belang wint is een logisch gevolg van de evolutie naar een wereld waarin iedereen met alles en iedereen in verbinding komt via een groot, distributief netwerk. Digitale technologie resulteert vaak in een marginale kost van omzeggens nul. Eigendom verliest aan belang versus toegang tot producten, diensten en zelfs productiemiddelen. Concurrentie en wantrouwen maken meer en meer plaats voor samenwerking in vertrouwen. Waardecreatie, zeker als het draait om innovatie, resulteert frequenter uit het uniek combineren van bronnen, organisaties en/of individuen. Het nieuwe aanbod wordt gecreëerd door het organisatienetwerk als entiteit. Actoren in dat netwerk zijn niet zomaar vervangbaar zoals het geval is bij reguliere onderaanneming.

Het opzetten van organisatienetwerken is geen gezondheidswandeling. Volgens de auteurs bedraagt de gemiddelde inlooptijd 3 jaar en slaagt slechts 20% van de initiatieven in hun opzet. Sleutelwoorden tot succes zijn relaties, verbondenheid, samenwerking, vertrouwen en collectieve actie en voldoende wederzijdse afhankelijkheid tussen actoren. Het doel moet complex genoeg zijn. Complex in de zin dat er geen strikte processen en procedures mogelijk zijn. Die zijn eerder contraproductief. De opvoeding van een kind is een gepaste metafoor. Het Afrikaans gezegde: 'it takes a village to raise a child' maakt de metafoor compleet. Risico's zijn er genoeg: een mogelijke cultuurclash tussen actoren, verlies aan autonomie, coördinatiemoeheid, een vertrouwensbreuk en onevenwicht in machtsverhoudingen zijn er enkele.

De auteurs geven op basis van het Britse Rode Kruis ook inzicht hoe een organisatienetwerk zich kan opbouwen rond een gemeenschappelijke uitdaging. Je splitst het beoogde resultaat (kwetsbare ouderen de kans geven om kwalitatief, onafhankelijk te leven in hun eigen huis) uit in vereiste output daartoe (bv. sociaal contact verzekeren, medicatie verzekeren, gezonde voeding garanderen,...). De output wordt gerealiseerd door een reeks activiteiten die door verschillende organisaties wordt geleverd (bv. thuiszorg voorzien, regelmatig telefonisch contact nemen,...). Erg vergelijkbaar met een klassieke projectmanagement aanpak al bij al, maar op niveau van een netwerk.

Succesvolle organisatienetwerken kenmerken zich door het maximaliseren van differentiatie en integratie. Differentie in de zin van zoveel partners betrekken als nodig om de uitdaging aan te pakken, maar ook niet meer. Integratie omvat het verbinden van de partners. De vertegenwoordigers in het netwerk moeten ook gemandateerd zijn om beslissingen te nemen.

Qua governance onderscheiden de auteurs 3 types:
  • zelfregulatie met sturing door alle actoren: nuttig bij weinig (6 à 8) actoren met een hoog vertrouwen en duidelijk doel
  • het leiderorganisatienetwerk waarbij één actor de governance opneemt en ook deelneemt in het primaire proces: nuttig als het draagvlak voor het doel niet erg sterk 
  • de netwerk administratieve organisatie waarbij een externe partij de governance opneemt: nuttig bij veel actoren en een hoge behoefte aan netwerkcompetenties
VLAIO is sinds een paar jaar gestart met de uitbouw van een VLAIO netwerk van partners, met een gemeenschappelijke uitdaging om starters en bedrijven optimaal te ondersteunen bij hun ambities tot groei, innovatie en/of transformatie. De proof of the pudding in dat netwerk  zit finaal uiteraard op niveau van een bedrijf. Acteert het netwerk als één entiteit om de noden van het bedrijf optimaal aan te pakken? Is er dus voldoende synergie qua aanbod om tussen partners het vertrouwen te versterken dat een bedrijf vaak beter af is met de ondersteuning van een andere partner? Dit boek geeft best wat inzichten om zo'n netwerk te mobiliseren richting bedrijven. Bij uitbreiding houdt het voor elke organisatie  een spiegel voor om even te reflecteren over het toenemend belang van sociaal kapitaal en deelname aan organisatienetwerken en of dat al deel uitmaakt van je organisatiestrategie, maar in the end ook persoonlijke strategie...

woensdag 9 oktober 2019

Wat een writer's block me leert over innovatie...


Een naderende deadline voor een blogartikel, veel ander werk en een wit digitaal blad. Het is een uitdagende combinatie die het laatste  jaar herkenbaar is. Voor je het weet verandert het adjectief uitdagend in angstaanjagend.  "Een weekje overslaan kan geen kwaad" is dan een gedachte die al snel terrein wint. Het afgelopen jaar is de frequentie in deze blog teruggevallen van één per week gedurende jaren naar één per maand. Wat minder dagelijks contact met ondernemers heeft duidelijk een impact op de productiviteit van de inspiratiebron. 350 bijdragen later is er natuurlijk ook al één en ander gedeeld qua inzichten en vrije associaties over innovatie. Een writer's block loert constant om de hoek om bij een geschikt moment toe te slaan. Inspiratie komt niet altijd uit de lucht vallen en soms legt een mens de lat wat hoog om inspiratie te delen. Maar zoals de Amerikaanse auteur Jackson Brown dicteert: "don't waste time waiting for inspiration. Begin and inspiration will find you."

Er zijn effectief een aantal strategieën om met een writer's block om te gaan zoals een sterkere focus op het verlagen van de drempel door jezelf te belonen voor een kleinere stap. Bijvoorbeeld die praline na de eerste paragraaf van deze blog. Een strategie die bij mij het beste werkt, is een focus op het proces in plaats van op het product. Niet altijd evident voor iemand die van origine nogal resultaatsgericht denkt. Op zich ook weer niet verwonderlijk in een maatschappij die het product centraal stelt, niet in het minst in het onderwijs. Om het met een variante op Einstein's quote over creativiteit versus rationaliteit te zeggen: 'The process of creation is a sacred gift and the product is a faithful follower. We have created a society that honors the follower and has forgotten the gift." Genieten van het creëren kortom. 

Innovatie is ook een verhaal van proces en product. Wel, eigenlijk ook met iets te veel verhaallijnen over het product. Niks mis met een succesindicator die bepaalt hoeveel geld een nieuwe innovatie in de lade brengt. It's all about the economy, stupid. Wie veel groene inkt wil gebruiken voor zijn innovatie gerelateerde succesindicatoren, verschuift nochtans beter de focus naar het proces. Medewerkers die genieten van het aanbrengen en zelf uitwerken van nieuwe ideeën: daar zit het onderscheidend vermogen van de meest innovatieve bedrijven. In een organisatie is het niet anders dan in de markt: adoptie van je oplossing door de markt is the proof of the pudding. En succes vraagt volharding, keer op keer kunnen omgaan met falen. Het product blijft belangrijk, maar een tegenvallend product resulteert niet meteen in een innovator's block. Ook bij interne veranderingen in een organisatie is dat zo. Uitgangspunt is dat medewerkers een inherente drang tot zelfontplooiing en exploratie blijven hebben. Innoveren vraagt veel veerkracht om te blijven proberen en leren. Vallen en opstaan. Het management heeft als kerntaak om een omgeving te creëren waarin die zelfontplooiing mogelijk, waarin er ruimte is om te exploreren  binnen een kader waarbinnen de veranderingen zich verbinden rond de doelstellingen en de 'purpose' van het bedrijf. Ik weet niet hoe het bij jou zit, maar zingeving voor wat ik doe, het gevoel dat de organisatie er (maatschappelijk) toe doet, is de brandstof in mijn motor. 

Slotsom van deze bijdrage: Schrijven over een writer's block is beter dan niet te schrijven. It's all about the creation process, stupid...