woensdag 26 september 2012

Ebbinghaus illusie als hulpmiddel bij innovatie...

Afgelopen week las ik een artikel over een studie verricht aan de Amerikaanse Purdue University. Het onderzoek Liet golfers 'putten' naar twee gaten met een zelfde grootte. Rond het ene gat werden met een projector kleinere cirkels geprojecteerd, rond het grootste gat daarentegen grotere cirkels. U raadt het al. Het scorepercentage in het eerst gat was 10% hoger. Dat hoeft niet te verwonderen. Het is een mooie toepassing van de Ebbinghaus Illusie. Herman Ebbinghaus, een Duitse psycholoog uit de 19de eeuw, verrichte vooral baanbrekend werk op vlak van het beschrijven van het geheugen.  Hij was de eerste die de 'vergeetcurve' wiskundig beschreef. Helaas een exponentieel dalende functie, iets wat mij niet vreemd is.

Diezelfde Ebbinghaus interesseerde zich echter ook in wijzen waarop onze hersenen zich laten misleiden als perceptie een rol speelt. Grootte is deels perceptie. Wat voor de ene groot is, is dat niet voor de andere... Uiteindelijk gebruiken we allen een referentiepunt om iets als groot of klein te benoemen. De grootte van het referentiepunt is daarbij bepalend. Het studiewerk van Ebbinghaus werd gepopulariseerd door de Brits Titchener door zijn Titchener Cirkels waarvan hierboven een voorbeeld is toegevoegd.

Zeggen dat succes in sport veel te maken heeft met vertrouwen is een open deur intrappen. Er zijn verschillende manieren om dat vertrouwen te bevorderen, maar de perceptie van een groter doel bij balsporten kan natuurlijk helpen. Vroegere studies tonen al aan dat sommige succesvolle goalgetters de goal groter inschatten dan het geval is. Spelen met de Ebbinghaus illusie kan zeker een hefboom worden tot gebruik in sportpsychologie.

Maar ook bij innovatie zijn doelen en vertrouwen belangrijk. Het definiëren van innovatiedoelen is een delicate evenwichtsoefening tussen specifiek en haalbaar enerzijds en voldoende uitdagend anderzijds. Of zoals Jim Collins het prachtig omschrijft in zijn boek 'Built to last' uit 1994: succesvolle bedrijven hebben een 'Big Hairy Audacious Goal'. Ze hebben een visionair doel, vol uitdaging, bijna als megalomaan beschouwd door de buitenwereld maar binnen de organisatie wel gezien als haalbaar. Juist die laatste tweespalt kan ongetwijfeld profijt trekken door gebruik te maken van een eigen versie van de Ebbinghaus illusie en omgevingsfactoren aan te wenden om het doel binnen de organisatie in perceptie bereikbaarder (in casu kleiner) te maken. Al is het maar door het te omringen met grotere cirkels zoals succesvolle realisaties uit het verleden, ambitieuze doelen van concurrenten...  

woensdag 19 september 2012

Confabulatie: een valkuil bij innovatie...

Het gebeurt eerder zelden dat ik bij een occasionele zap-sessie belandt op een Nederlandse TV-zender. Waar in de jaren '80 Nederlandse showprogramma's grensverleggend vertier brachten, zijn er de laatste 2 decennia nog maar weinig grenzen verlegd door onze Noorderburen. Het moet zijn dat de historisch aangeboren expansiedrang zich achter de Moerdijk heeft teruggedrongen. Mijn zap-sessie bracht me bij een debat in de toen nog spannende kiesstrijd. Heel lang heb ik dat debat niet gevolgd want al snel viel een woord dat niet in mijn woordenschat stond: 'fabuleren'. Gezien de context en in het thuisland van de onvergetelijke Fabeltjeskrant, kon ik mij bij benadering voorstellen als premier Rutten aangaf dat zijn opponent in het debat wat af fabuleerde. Maar een korte zoektocht op het net - toch handig TV-kijken op zo'n tablet - bracht dat fabuleren toch in een ruimer perspectief.

Wie fabuleert heeft fantasieën die onbewust als een feitelijk verslag naar boven komt in het geheugen. Een confabulatie kan dus deels gebaseerd zijn op feiten, maar die worden onbewust aangedikt of gespekt met verzonnen data. Dergelijk afwijkend gedrag kan resulteren uit hersenletsels, maar komt evenzeer voor bij u en ik, naar ik hoop beiden voorzien van een goed functionerend geheugen en gezonde hersenen. De Zweedse filosoof Lars Hall verrichtte in het verleden experimenten waarbij mensen kaarten voor zich kregen met een verschillende foto van een persoon op. Ze moesten daarbij kiezen welk van beiden het aantrekkelijkst was. Wat ze niet wisten is dat de man achter de kaarten een goochelaar was die ongemerkt de kaarten wisselde na hun keuze. Mensen werden daarna gevraagd om te duiden waarom ze kozen voor het gekozen gezicht. Hoewel op dat moment de kaart voor hen lag die ze initieel niet kozen, onderbouwden ze toch in geuren en kleuren hun keuze. In een vergelijkbare Amerikaanse test moesten mensen kiezen uit 4 kledingstukken die exact hetzelfde waren. Toch gaven ze de meest irrationele verklaringen om hun keuze te onderbouwen.

Dat fabuleren is dus best wel intrigerend. Zelfs als we denken dat we rationeel handelen en onderbouwd besluiten nemen, nemen we daarbij allicht een loopje met de realiteit. Het risico op confabulatie lijkt groter te worden als we beslissingen nemen of moeten nemen waarbij we weinig houvast hebben. Nogal wat beslissingen in innovatietrajecten worden juist gekenmerkt door een grote onzekerheid. De kans is dus groot dat er nogal wat af gefabuleerd wordt bij het innoveren. Spreek je met starters maar ook met meer mature bedrijven die denken aan  een nieuwe ontwikkeling en stel je de vraag 'willen klanten dit wel'? Vraag dan vooral door als er antwoorden volgen die sterke interesse voor het nieuwe product toewijden aan specifiek klantengroepen. Een 'kom eens terug als je iets concreet hebt' van een klant wordt al snel een 'prachtig product: ik ben de eerste koper' in de oren van de innovator. Wat gefabuleer is nooit ver weg bij het omschrijven van de marktinteresse...

woensdag 12 september 2012

Wat macadam ons leert over businessmodel innovatie...

Afgelopen week was hij daar weer. In een gesprek over de heraanleg van de E313 ging de discussie op een netwerkavond over de keuze van het materiaal van het wegdek. Ik ben wel zeker dat er vooral ingenieurs in het gesprek deelnamen. De technische voor- en nadelen van de verschillende asfalt- en betonsoorten vlogen in het rond. Wist u dat Zeer Open Asfalt, beter bekend als fluisterasfalt, een porositeit kan hebben tot 20% doordat het relatief meer grofgranulaat bevat? De porositeit zorgt voor minder opspattend water en dempt het geluid. Voor wat zo'n netwerkactiviteiten al niet goed zijn. En plots viel zijn naam.  "Er gaat niks boven goede macadam" opperde één van de gesprekspartners in het heetst van de discussie.

Macadam... een term die u ongetwijfeld een belletje doet rinkelen als u een boogscheut voor het einde van het vorige millenium geboren bent. De laatste decennia raakt deze verdienstelijke materiaalkundige erfenis van de Schotse ingenieur McAdam wat in de vergetelheid. John Loudon McAdam zag het levenslicht in 1756, in een tijd waarin niet alleen in Schotland de logistieke processen onderhevig waren aan de gemoedstoestand van de op grond gebaseerde wegen. McAdam, die in 1770 nog als koopman in New York verbleef, wist als geen ander dat een efficiënte logistiek een fundament is voor economische groei. Rond 1816 bouwde hij de eerste weg die uit een toplaag bestond van gemalen stenen, verbonden met gravel en dit op een grondlaag van grotere stenen.  De macadam was geboren en de rest is geschiedenis. De macadam had trouwens evengoed macgregor kunnen zijn, de echte naam van de McAdams. Die vooraanstaande familie beweerde echter in rechtstreekse lijn af te stammen van de Bijbelse Adam, wat zichtbaar moest zijn in de naam van alle telgen. En zo ligt het Oude Testament eigenlijk mee aan de basis van de macadam.

John McAdam was niet enkel een inventief wegenbouwingenieur. Hij had daarnaast ook een goed oog voor de waarde die wegen hadden in het economisch landschap. De zanderige wegen werden beheerd door zogenaamde Britse Turnpike Trusts. Zij waren gebaat bij wegen die veel onderhoud vergden. De tol zie ze daardoor konden heffen was evenredig, maar ook toen al stroomde die tolgelden niet allemaal naar het eigenlijke onderhoud. De slechte wegen kosten koopmannen dus niet alleen veel geld. De erbarmelijke kwaliteit ervan verlamde alsnog de logistiek. McAdam zag in dat de economie niet enkel kon groeien door nieuwe producten of diensten. Essentieel was een innovatie om de toegankelijkheid van de goederen en diensten te verbeteren. Een prachtig staaltje van inzicht in business model innovatie, al is het dan op een macro-economische schaal. Wie wel eens bewust over een businessmodel heeft nagedacht, weet dat 'kanalen' een potentiële drijver zijn tot innovatie en diversificatie. En wat gezegd over nieuwe ontwikkelingen als de 'cloud' in de IT. Het lijkt de virtuele macadam te worden om je processen veel vlotter te stroomlijnen.  Wie nog niet over mogelijke alternatieve businessmodellen heeft nagedacht voor zijn onderneming, voel u vooral uitgedaagd...    

Om terug te komen tot de discussie over de materiaalkeuze bij de E313: het gekozen beton zou duurzamer zijn, dus de kans op schade na de volgende winter kleiner. The proof of the pudding will be in the eating...    


woensdag 5 september 2012

Wat Edward Lloyds ons leert over innovatie...

Net voor de zomer had ik het genoegen kennis te maken met Eddy Stuer, coördinator van The New Belgica project. Als De Belgica u niks moest zeggen, dan hopelijk Adrien de Gerlache wel. Die vertrok op 16 augustus 1897 in Antwerpen met die Belgica naar Antarctica om daar als eerste team ooit te overwinteren. Dat was trouwens niet echt de bedoeling. Het schip raakte in februari 1898 ingesloten door het ijs en pas een jaar later kon het zich bevrijden voor de terugreis. Je zou voor minder gek worden en dat was ook het lot van enkele zeemannen. Maar niet de Gerlache die later nog diverse andere expedities ondernam en ook niet zijn stuurman Roald Amundsen, die 14 jaar later als eerste de Zuidpool zou bereiken.

The New Belgica wil het schip dat Gerlache en zijn bemanning veilig en wel terugbracht herbouwen. Doel is zo dicht mogelijk bij het origineel te blijven, maar wel met inzet van moderne technieken. Duurzaamheid is daarbij een kernwoord: het schip moet uiteraard CO2 neutraal zijn. Waar De Belgica het zuiver moest hebben van de wind en zeestroming, zal The New Belgica echter een breder amalgaam van hernieuwbare energietechnieken kunnen aanboren. Kortom: een project waarbij historiek en innovatie hand in hand gaan.

Een gewone remake zou de toekomst van The New Belgica verengen tot een droog scheepsdok. Immers, de wetgeving om een schip te water te laten is ietwat verstrengd tov 1897. Ook verzekeraars stellen veel meer eisen en zonder verzekering geen vaart. Over classificatie van schepen en scheepvaartverzekeringen weet Lloyd's of London alles. Van oudsher is het één van de toonaangevende certificatiebureaus. En van oudsher is een understatement. De roots gaan terug tot 1688. Ene Edward Lloyd had een koffiehuis in London. Hij stelde vast dat zijn zaak een trekpleister was voor zeilers, handelaars en eigenaars van schepen. Door contacten met zijn klanten verwierf hij een pak data over de risico's in het scheepvaartvak. Big data avant-la-lettre dus... Lloyd's zag de opportuniteit en faciliteerde in zijn koffiehuis de gesprekken tussen aanbod en vraagzijde naar verzekeringen en verstrekte daarbij zelf ervaringsdata over de risico's. Mooi staaltje van een multisided platform model: businessmodel innovatie was hem duidelijk niet vreemd...

Recent nog bij het geven van een workshop rond Business modeling voor een gevarieerd publiek kreeg ik achteraf de bemerking van een deelnemer dat het als retailer toch moeilijk is om de theorie om te zetten in praktijk. "Retail blijft retail zodat businessmodel innovatie niet echt aan de orde is." Edward Lloyd draait zich om in zijn graf...