woensdag 31 oktober 2012

Wat 'den Theo' mij leerde over innovatie...

U kent 'den Theo' niet? Dan is de kans groot dat u geen ingenieur bent of alleszins toch geen ingenieur met roots aan de KULeuven. Op de Ingenieursfaculteit was Theo Van de Waeteren een begrip. Uitgezonderd enkele fervente wiskundigen onder u zullen het kunnen gelovigen, maar Statistiek werd een plezant vak als het gegeven werd door Theo. Zelden iemand met zoveel overtuiging voor horen vertellen over de het Theorema van Bayes die de kans dat een bepaalde mogelijkheid ten grondslag ligt aan een gebeurtenis, uitdrukt in de voorwaardelijke kansen op de gebeurtenis bij elk van de mogelijkheden. Alsjeblieft!  Het is me nog altijd onduidelijk hoe ik dat vak ooit onder de knie kreeg. Correctie, het is me wel duidelijk: het was dankzij 'den Theo', wiens enthousiasme over de wondere wereld van de statistiek besmettelijk was. 

Echt onvergetelijk werd Theo voor elke ingenieurstudent echter door het Practicum met de straalmotor binnen het Thermotechnisch Instituut dat hij leidde. Dat practicum is een eigen leven gaan leiden binnen de faculteit.  'Het practicum met de straalmotor nog niet gehad? Dan was je nog een groentje'. Beeld je in: de uitlaat van een straalmotor,  het bijhorende lawaai met op enkele meter afstand een meute studenten die verwoed proberen hun trommelvliezen te beschermen en dan een prof die een baksteen voor de uitlaat laat vallen die uiteraard als een raket wordt weg gekatapulteerd. Als ik het zo schrijf, lijkt het niks speciaals. We leven nu in een 'experience economy' maar Theo was zijn tijd ver vooruit en wist toen al dat experience en het vertellen van de nodige sappige verhalen mensen enthousiast kon maken voor nieuwe kennis. 

Als u Theo Van der Waeteren niet gekend hebt, hebt u ongetwijfeld een eigen versie van 'den Theo' gekend. Hopelijk hebt u in uw loopbaan al met verschillende Theo's kunnen samenwerken. Misschien ben u er zelf wel één. Mensen met passie voor nieuwe kennis, maar ook met de gave om die passie over te brengen. Innovaties uitwerken is helaas niet altijd hip en boeiend. Vaak is het ook gewoon ploeteren door tegenslag of als de zaken niet lopen zoals verwacht.  Bij innovatieprocessen is het enorm belangrijk om dan iemand te hebben die er op dat moment in slaagt om het team enthousiast te houden om nieuwe oplossingen te zoeken. Niet enkel creativiteit is daarbij belangrijk, maar ook de goesting om nieuwe kennis te blijven opzoeken en zich eigen te maken.

Een paar maanden terug op weg naar Imec passeerde ik in de Celestijnenlaan en zag daar zowaar 'den Theo' afstappen aan de bushalte. Nog steeds op weg naar zijn Thermotechnisch Labo allicht. Vorige week stierf hij al bij al onverwacht op 82-jarige leeftijd. De laatste jaren verdiepte hij zich in de relativiteitstheorie. Ongetwijfeld is hij nu met de nodige passie aan het discussiëren met ene Albert...


woensdag 24 oktober 2012

Rode Koninginne-effect motor voor innovatie...

Een dit jaar verschenen rapport van KeFIK, het kenniscentrum voor financiering van de kmo, geeft aan dat overgedragen ondernemingen een hogere overlevingskans hebben dan nieuw gestarte bedrijven. Ze werven bovendien meer en sneller personeel aan. Een conclusie die op het eerste gezicht steek houdt. Een bedrijf dat al enige jaren het klappen van de economische zweep kent, lijkt net iets meer gepokt en gemazeld te zijn om weerstand te bieden tegen nieuwe concurrentie. Per slot van rekening 'muteert' elke bedrijfsorganisatie door haar fouten naar een structuur zich zich hopelijk beter afstemt op nieuwe uitdagingen.

Maar is de bevinding dat het risico op faling afneemt met de levensduur van het bedrijf wel houdbaar in tijden waarin diverse sectoren zichzelf voortdurend heruitvinden? De Amerikaanse evolutiebioloog Leigh Van Halen verrichtte in de jaren '60 onderzoek naar de kans op uitsterving van biologische soorten. Zijn 'Law of Extinction' beschrijft een constante kans van uitroeiing van genetisch verwante organismen. De kans op uitroeiing neemt dus niet af met de tijd, ondanks evolutionaire aanpassingen. Dat zou immers impliceren dat andere soorten niet mee evolueren. Dat bracht hem tot de metafoor van een evolutionaire wapenwedloop: het Rode Koninginne-effect. Hij haalde daarbij inspiratie uit Alice in Wonderland waarbij de Rode Koningin aangeeft dat je zo hard moet lopen als je kan om op dezelfde plaats te blijven. In praktijk zal een evolutionaire verbetering van een soort, andere soorten verplichten om ook te veranderen om zo uitsterving te vermijden. Dit weerspiegelt zich het beste in de relatie tussen roofdier en prooidier. Als het konijn sneller gaat lopen, moet de vos zijn tempo ook opdrijven...

Het Rode Koninginne-effect is dus duidelijk een onzichtbare motor voor innovatie en niet enkel in militaire (wapenwedloop) middens. Als het wielerpeloton een nieuw dopingmiddel tot zich neemt, moeten de labo's hun meetmethodieken verscherpen om de nieuwe producten op te sporen. Nieuwe terroristische aanslagen leiden tot nieuwe beveiligingstechnieken. Nieuwe ziektes die uitbreken leiden tot nieuwe behandelingsmethoden. Tout court: nieuwe concurrenten leiden tot nieuwe ontwikkelingen en nood aan nieuwe business modellen.

Slotsom: het onderzoek van KeFIK baseert zich op reële cijfers en is dus correct in haar vaststellingen op macroschaal: er zullen ongetwijfeld meer nieuwe startende bedrijven falen dan overgedragen bedrijven. Op microschaal, waarbij je als ondernemer moet kiezen tussen het opstarten van een eigen bedrijf of het overnemen van een bestaand bedrijf, wordt het verhaal iets genuanceerder. Vraag is dan vooral met welk van beide scenario's je het gemakkelijkst kan vooroplopen in de wapenwedloop...

woensdag 17 oktober 2012

Over emotionele vergelijkingen en innovatie...


Emoties: niet bepaald een hot topic in menige koffiehoek van een bedrijf, laat staan binnen de muren van een directiekamer. Twijfel, onzekerheid, angst, wanhoop, lijden, teleurstelling, jaloezie, wantrouwen, … overal aanwezig, maar altijd onder de radar. Het is ook natuurlijk ook niet eenvoudig om dergelijke emoties bespreekbaar te maken. Meer nog: het is vaak niet eenvoudig om dergelijke en andere emoties zelf goed te analyseren. Dit boek probeert de emotie te rationaliseren door ze in een wiskundige vergelijking te gieten. Nu zie ik menig psycholoog allicht al met de ogen rollen, maar deze benadering prikkelde in elk geval mijn nieuwsgierigheid zodat het boek in mijn vakantieliteratuur zat. Vermoedelijk zat mijn linker hersenhelft er voor iets tussen.

De auteur  Chip Conley is een ervaringsdeskundige en hij schreef er een boek over: Emotional Equations - simple truths for creating happiness and success. Conley is de oprichter en algemeen directeur van de Amerikaanse boetiekhotelketen ‘Joie de Vivre’, een bedrijf met een jaaromzet van 250 MEUR.  Hij verdiepte zichzelf in de ‘wiskundige’ benadering van emoties toen hij in 2008 zelf in een tsunami van emoties kwam door persoonlijke problemen (hartstilstand, zelfmoord goede vriend) en  doordat zijn bedrijf bergafwaarts ging. Om beter vat te krijgen op die emoties, begon hij emotionele vergelijkingen te maken.  De moeder der vergelijkingen is ‘gebeurtenis + reactie = uitkomst’. Een gebeurtenis zelf heeft geen emotionele lading: het zijn overtuigingen die de reactie veroorzaken.  Door bewust te zijn van de reactie, kan je tot op zekere hoogte controle hebben over je emoties.  Tot op zekere hoogte, want emoties zijn uiteindelijk boodschappen die je de vrijheid en niet zozeer de plicht geven om te reageren: angst biedt bescherming, spijt levert een leermoment op en somberheid geeft je de kans iets los te laten. De emotionele vergelijkingen kan je beschouwen als een psychologische GPS om emoties zelf waar te nemen, te vertalen, onder controle te brengen en te kanaliseren.

Hieronder een bloemlezing van enkele vergelijkingen. De bruggen naar innovatie zijn voor mijn rekening:

Wanhoop = lijden – zingeving:  meteen een diepzinnige vergelijking om met te starten. Anders gezegd: lijden zonder zingeving leidt veelal tot wanhoop. Of zoals Nietzsche ooit neerschreef: de waarde die we onszelf geven, hangt af van de manier waarop we pijn en leed transformeren in iets wat de moeite waard of zinvol is in ons leven. Innoveren geeft bij momenten veel miserie. Als het doel (zingeving) voor ogen wordt gehouden, is de kans op beslissingen die ingegeven worden door wanhoop (naar mislukking) klein.

Teleurstelling = verwachtingen – de realiteit. Het beste wat we kunnen doen om de levenskwaliteit te beïnvloeden is dus het beheersen van de verwachtingen. Het risico loert hiermee natuurlijk om de hoek om de verwachtingen erg laag te maken om teleurstelling te vermijden.  De clou is niet om geen verwachtingen te hebben, maar wel om verwachtingen tijdig bij te stellen. Voor teleurstelling is er trouwens meestal frustratie, dat een voortstuwend effect heeft. Bij innovatie komt het er vooral op neer om realistische verwachtingen te hebben. Bij starters zie je soms een enorme gedrevenheid die gestuwd wordt door enorme verwachtingen. Als die vervolgens niet helemaal worden ingevuld, loert teleurstelling om de hoek en die kan omslaan in immobilisme. De beste starters kenmerken zich door een enorme veerkracht in zo’n geval.

Spijt = teleurstelling + verantwoordelijkheid. Spijt is dus intrinsiek het gevolg van een keuzeproces, waarbij het gevoel kan ontstaan een verkeerde keuze te hebben gemaakt. Dat is meteen het verschil met wroeging, want dan komt er ook nog een schuldgevoel bij (wroeging = spijt + schuldgevoel). Innoveren is vaak kiezen. Je kan niet alles voor iedereen willen doen. Op het moment dat de keuzes bewust gemaakt zijn, is spijt geen negatieve emotie. Ze stimuleert eerder een leerproces om het een volgende keer nog beter aan te pakken.

Angst = onzekerheid*machteloosheid: we hebben de neiging om iets dat we als bedreigend ervaren te overschatten en om ons vermogen om ermee om te gaan te onderschatten. De huidige lange crisis veroorzaakt vooral angst omdat het onduidelijk is hoe lang ze nog zal duren. Of zoals onderzoek al aantoonde: liever een grotere elektrische shock nu dan een kleinere op een onverwacht moment. De vergelijking laat weinig aan de verbeelding over: controlefreaks zijn vaak angsthazen, angst voor het onbekende. Het zijn zelden goede innovatoren, maar ze zijn anderzijds hier en daar wel nuttig in een innovatieteam. Projectmanagement is nooit ver weg.

Werkverslaving = waar loop je voor weg/waar leef je voor: Vooral in Amerika, maar daardoor meer en meer ook in Europa, worden de ‘goden der werkverslaving’ de hemel in geprezen. Ze dragen ongetwijfeld sterk bij aan ons Bruto Nationaal Product, maar helaas veelal amper of zelfs negatief tot het Bruto Nationaal Geluk. Erg vaak vlucht een workaholic voor zijn emotionele problemen of onzekerheden door harder te gaan werken.

Flow = vaardigheid/uitdaging (met als doel dat flow = 1): het woord flow valt niet zelden in de context van sportmanifestaties. Als Bradley Wiggins de tijdrit van de Olympische Spelen won, leek hij in een volledige flow te zijn.  Flow impliceert dat je je niet meer van jezelf bewust bent.  Teveel uitdaging zonder vaardigheid resulteert in angst. Teveel vaardigheid zonder uitdaging resulteert in verveling.  Bij flow zijn vaardigheid en uitdaging perfect in evenwicht.  Flow vereist echter ook een activiteit die een duidelijk doel nastreeft en het ontvangen van onmiddellijke feedback. Bij innovatie is het vooral belangrijk om te zorgen dat teamleden zo dicht mogelijk bij de flow komen.

Nieuwsgierigheid = verwondering + ontzag. Creativiteit krijgt als eigenschap meer aandacht omdat ze iets tastbaars heeft. Nieuwsgierigheid streeft meestal geen vastgelegd doel na, maar houdt de geest actief en ad rem. Het is de ideale voedingsbode voor creativiteit. Nogal wat nieuwsgierigheid wordt gesmoord door de onkunde/onwil om toe te geven dat je niet weet wat je niet weet. Het ego, weet je… Verwondering wordt vaak vergeleken met ontzag, maar ontzag impliceert een zekere mate van respect voor het onbekende. Het draagt daardoor nederigheid en soms zelfs angst in zich. Binnen innovatieteams kan nieuwsgierigheid aangewakkerd worden door van vragen te stellen een gewoonte te maken.

Authenticiteit = zelfbewustzijn x moed: We maken allemaal TO DO lijstjes, maar zelden een TO BE lijstje.  Authenticiteit vraagt reflectie over wat je echt wil zijn en de moed om je zo ook te gedragen naar de buitenwereld.

Integriteit = authenticiteit x onzichtbaarheid x betrouwbaarheid: of zoals de Christelijke theoloog C.S. Lewis ooit schreef: integriteit is het goede doen terwijl niemand toekijkt.  Vraag is dus welke maskers je draagt.

Geluk  = willen wat je hebt/hebben wat je wilt. De noemer ‘hebben wat je wilt’  sluit allicht dicht aan bij de definitie van ‘succes’ in de Westerse maatschappij. De kans is klein dat de Forbes top 100 van rijkste mensen veel parallel vertoont met de onbestaande lijst van 100 meest gelukkigen.

Het boek bevat nog diverse andere vergelijkingen en roept op om zelf nieuwe vergelijkingen te maken als je bepaalde emoties beter wil begrijpen. Uiteraard kan elke vergelijking aanleiding geven tot discussie over termen en factoren. Essentie is echter dat Chip Conley een moeilijk bespreekbaar topic als emoties door een rationeel hulpmiddel bespreekbaar maakt, in de eerste plaats voor jezelf. Ik ben met veel argwaan aan dit boek begonnen, een ingenieurstrekje allicht, maar het boek verdient een plaats op mijn lijst van ‘te herlezen’ …

woensdag 10 oktober 2012

Innoveren door parachutesprong of door benji-sprong?

Hopelijk kan uw batterij nog altijd teren op de zonne-energie opgedaan tijdens de zomervakantie die stilaan alweer een vage herinnering wordt? Misschien gaf die vakantie ook gelegenheid tot wat reflectie over uw plannen voor het volgende jaar of wie weet voor de volgende 5 jaar.  De zomerse zon leent er zicht per slot van rekening goed toe om je eigen visie eens tegen het (zon)licht te houden. Mijn plannen kregen enkele maanden terug vorm aan 200 km/u tijdens een een al lang beoogde maar last-minute geplande eerste (tandem)parachutesprong. Te lang moet zo'n introspectie nu ook weer niet duren: zo'n 13 minuten om exact te zijn. 215 jaar na de eerste parachutesprong door de Fransman André-Jacques Garnerin leek me een goed moment. Garnerin was al een gedreven ballonvaarder en zag wel heil in een manier om bij technische problemen veilig de grond te bereiken. Hij ontwikkelde daartoe een uit de kluiten gewassen zijden paraplu-constructie. Op 22 oktober 1797, de Franse revolutie was nog maar net achter de horizon verdwenen, maakt hij met succes zijn eerst sprong. Icarus werd daardoor weer iets minder mythologisch. Wat opzoekingswerk leerde me dat statistisch gezien de kans op een onzachte landing en laatste contact met de aarde bij zo'n sprong 15 keer kleiner is dan op een dodelijk ongeval op weg naar de parachuteclub. En hoewel ik alleen de statistieken geloof die ik zelf vervalst heb, brokkelde daarmee de laatste interne weerstand af.

Enkele weken na mijn sprong geraakte ik in gesprek met iemand die aangaf dat hij een Benji-sprong veel schrikwekkender vond dan een parachutesprong. Reden: je ziet je doel. Op het eerste gezicht leek me dit een wel erg bizar statement. Een reusachtige sprong in het onbekende leek me toch veel meer twijfels op te roepen dan een sprongetje vanop ocharme 200 meter: de softie. Maar met de lopende verkiezingscampagne en meerbepaald verkiezingsborden die oproepen voor verandering, moest ik terugdenken aan die uitspraak. Nogal wat mensen voelen zich aangesproken door een boodschap die oproept tot verandering. Dat was ook al in 2008 zo in de campagne van Obama. Nochtans zullen veel van diezelfde mensen allergisch reageren op veranderingsprocessen in hun directe  omgeving, in hun werksituatie om maar iets te zeggen. Verandering waarbij het doel niet duidelijk in zicht is of omschreven is, lijkt dus effectief minder bedreigend dan een concreet omschreven veranderingsproces. De impact van de verandering op jezelf is in het eerste geval immers ook niet echt duidelijk.  Anders gezegd: een sprong in het onbekende is dus vaak veel minder angstaanjagend dan een sprongetje waarbij het doel duidelijk in zicht is, maar waarbij je letterlijk vasthangt aan de huidige positie. Innovatie schrikt nogal wat bedrijven af omdat het geen  ver-van-mijn-bed show is, maar veranderingen impliceert die zichtbaar impact hebben op elke schakel in het bedrijf.  

Dat is één gezichtspunt. Je kan omgekeerd natuurlijk ook stellen dat je bij een parachutesprong uiteindelijk juist wel weet wat het doel is, ook al zie je dat einddoel nog niet op het moment dat je je overgeeft aan de zwaartekrachtwetten. Het grote doel (visie) is per slot van rekening om veilig op de grond te geraken op een vooraf vastgelegde locatie. Doordat het doel veraf is, heb je onderweg ook alle mogelijkheden nog om bij te sturen, rekening houdend met wijzigende omgevingsvoorwaarden. De wind kan per slot van rekening soms van richting veranderen. Gezapig maar doelbewust stuur je naar je eindlocatie. Bedrijven die kiezen voor parachutespringen bij innovatie houden vooral het grote doel voor ogen. Vergelijk dat met bedrijven die Benji-springen. Ze springen zonder goed te weten wat eigenlijk het doel is. Het doel lijkt de sensatie van de sprong zelf te zijn.  Alleen zal niet iedereen in het bedrijf even enthousiast worden van dat springen. Sommigen zullen denken dat het doel toch het bereiken van de grond is. Maar steeds als dat doel nabij is, schiet de organisatie weer omhoog. Verwarring en frustratie zijn het gevolg...

Hoe meer ik erover begin na te denken, hoe minder ik geneigd ben om ooit aan een benji-koord te gaan hangen...

woensdag 3 oktober 2012

Waar cultuur en innovatie elkaars pad kruisen...

Afgelopen maandag woonde ik een debat bij over de duurzaamheid van cultuur, maar al snel ging het daardoor over de rol die cultuur en de creatieve sector kan spelen in interactie met de bedrijfswereld. Een mens merkt dan toch dat de kloof tussen beiden nog groot is en dat is voor alle duidelijkheid een probleem voor beiden. Het enige moment dat een kunstenaar bij een bedrijf over de vloer komt, is als er nood is aan een kunstwerk om de waarden van het bedrijf te expliciteren. Niet zelden resulteert dat bij het management in een eendaagse opflakkering van creatief knutsel talent uit ver vervlogen tijden: boetseren en schilderen zijn nooit ver weg op dat moment. Tijdens het debat kon ik alleen maar denken: waarom hebben we hier geen William James Adams? Kent u hem? Veel kans van niet. Maar zijn artiestennaam will.i.am zegt u allicht net iets meer. Deze - van origine Jamaicaanse - Amerikaanse rapper, producer en designer ligt mee aan de basis van de hiphop-band The Black Eyed Peas. Moest ook die groep u de afgelopen 2 decennia volledig ontgaan zijn, weet dan dat hij ook de auteur is van de 'Yes, we can' clip die een youtube hit was tijdens de vorige verkiezingsstrijd in de VS.

Het was me al langer opgevallen dat will.i.am iets meer ondernemerschap in zich heeft dan de gemiddelde Vlaamse chanson zanger, Eddy Wally even buiten beschouwing gelaten. Naast een eigen muzieklabel (will.i.am Music Group) beschikt hij ook over een eigen kledinglijn (will.i.am clothing). Het uitbouwen van een sterk merk is hem niet bepaald vreemd. Zijn creatief talent viel ook Intel op die hem in 2011 aanstelde tot Creatief Directeur. Dat verleidde de Chief Marketing Manager van Intel tot volgende uitspraak: "Our partnership with will.i.am is a prime example of how we want to convey and deliver the Intel experience. It's imperative that Intel and our innovations are kept in front of the global youth culture that embraces new devices and new forms of communication and entertainment."

Het mag duidelijk zijn dat het binnenhalen van een jongerenicoon as will.i.am het merk een hipper imago geeft. Los daarvan echter, slaagt will.i.am er in om goed de vinger aan de pols te houden over hoe jongeren nieuwe technologie omarmen. Hij noemt zichzelf eerder een popoloog die naast sociologen en antropologen een steeds belangrijker plaats krijgt bij succesvolle innovaties en die zich specialiseert in het vertalen van jongerencultuur naar nieuwe producten en diensten. Misschien kan een samenwerking met een creatieve geest ook voor uw bedrijf een nieuwe innovatiewind doen waaien? Anderzijds mag de creatieve sector in Vlaanderen zich uitgedaagd voelen door de aanpak van will.i.am...  

will.i.am is recent zelf naar Coca Cola gestapt met een nieuw creatief concept om gebruikte cola flessen te recycleren naar hippe producten voor jongeren zoals bv. kledij of Beat koptelefoons die voor bedragen van meer dan $300 worden verkocht. De Ekocyle lijn is ondertussen al een feit. Alle Ekocycle producten hebben een logo waarop staat hoeveel flessen of blikken gebruikt werden voor de productie. Een hippe koptelefoon vermindert de afvalberg met 3 flessen. Uiteraard zal dit de totale afvalberg aan colaflessen niet sterk reduceren. Ik veronderstel dat we niet met zijn allen naar de winkel gaan lopen voor een Beat koptelefoon. Maar Coca Cola slaagt er wel in om voor een niet onbelangrijke doelgroep, jongeren, de 'productexperience' sterk te verhogen. En u hebt het goed gelezen: will.i.am heeft zelf het initiatief genomen.

In een recent interview dat ik las met will.i.am stelde hij dat een goed product of een goede dienst via marketing een werkwoord moet kunnen worden: googlen, facebooken...of misschien ekocyclen in de toekomst? En welk werkwoord wordt uw aanbod? Misschien eens in contact treden met creatieve geesten uit de culturele sector?