woensdag 26 maart 2014

Een goudlokjegebied voor innovatie zoeken...

"Space: the final frontier. These are the voyages of the Starship, Enterprise. It is a 5 year mission. To explore strange new worlds. To seek out new life and new civilizations. To boldly go where no man has gone before." Die zinnen waren genoeg om mij 30 jaar terug aan de toen nog met recht en reden genoemde beeldbuis te kluisteren. Vooral Spock, half Vulcan en half mens, sprak tot mijn verbeelding. Niet op het minst door zijn puntige oren uiteraard. Pas later kwam het inzicht dat zijn personage zin oren oversteeg. Zijn continue afweging tussen de zuiver rationele benadering (Vulcan) versus meer emotionele afwegingen (Mens) is allicht iets waar menig manager wel eens mee worstelt.

Nu 30 jaar later, blijft de ruimte tot de verbeelding spreken. Het is nog wachten op een Kennedy-moment omtrent een bemande ruimtevlucht naar Mars, maar de voorbereidingen lopen naarstig. Vlaanderen speelt daarbij ook mee in het koppeloton. QinetiQSpace schakelt in samenwerking met Vito en UGent een versnelling hoger om om een recyclage-unit te maken om alle afvalwater en urine te regenereren tot hygiënisch water. De meerkost per mee te nemen extra kg bedraagt voor een vlucht naar Mars per slot van rekening iets meer dan een trip met Ryan Air.

De moeilijkheid bij zo'n marsexpeditie is niet zozeer om astronauten daar te krijgen. Ze moeten er ook nog kunnen overleven. Meteen de reden dat juist Mars in het vizier zit van NASA, ESA en andere ruimteagentschappen. De planeet ligt in de bewoonbare zone van ons zonnestelsel. De cruciale factor daarbij is uiteraard een temperatuur die de aanwezigheid van vloeibaar water toelaat. In het Engels spreekt men van de Goldilocks zone, vertaald het Goudlokjegebied, i.e. het gebied dat extremiteiten vermijdt. De naam is afkomstig uit het Engels sprookje "The three Bears" waarin een klein meisje Goldilocks een huis vindt van 3 beren die op stap zijn. Elke beer heeft zijn eigen voorkeuren voor voeding en bed. Goudlokje test alle borden pap en bedden en kiest steeds voor datgene met de minste extremiteit (niet te koud of warm, niet te hoog of laag).

To boldly go where no man has gone before. Het zou het mantra kunnen zijn voor een innoverende organisatie. Maar wie daarbij geen oog heeft voor het Goudlokjegebied, riskeert dat het een one-way trip wordt. Innovatie dient niet om nieuwe producten en diensten op de markt te brengen, maar dient op de eerste plaats om te weten welke noden nog niet ingevuld worden en dus om te weten welke nieuwe producten en diensten op de markt moeten gebracht worden. Zelden liggen de verwachtingen in de markt in de extremiteiten. Of zoals Seth Godin recent in zijn blog mooi verwoordde: Should you teach the world a new world?

Oh ja, al dat ruimtevaartonderzoek kost natuurlijk een bom geld. Het Europese Ruimtevaartagentschap ESA sponsort daarom bedrijven die kennis uit ruimtevaarttechnologie willen toepassen in hun eigen (industriële) innovatieprocessen. En wees maar zeker dat nogal wat technologie onder die noemer valt. Meer info via deze link. Of je kan natuurlijk altijd eens met je Innovatiecentrum in de buurt bellen.

woensdag 19 maart 2014

Een Apgar score voor innovatieprojecten...

Het is al weer enige tijd geleden dat ik een moederhuis nog van de binnenkant heb gezien. Dat betekent alvast dat mijn leeftijd niet meer van die aard is dat vrienden, nichten of neven nog aan gezinsuitbreiding denken, sprak de pessimist. Anderzijds betekent het uiteraard ook dat diezelfde leeftijd nog niet van die aard is dat nichtjes en neefjes al aan hun nageslacht werken, sprak de optimist. Nu, dat betekent niet dat in sommige middens waar ik wel eens passeer, geboortes wel nog gespreksonderwerp zijn. Zo leert een mens soms nog iets bij, bv. over de Apgar score die gebruikt wordt om snel na de geboorte (na 1 en 5 minuten) de algemene toestand van de boreling te controleren. Apgar is een acroniem voor:  Appearance (kleur), Pulse rate (hartslag), Grimace (reactie op prikkels), Activity (beweging van ledematen) en Respiratory (ademhaling). Ik heb begrepen dat mijn score na een goede klets op de billen naar behoren was.

Apgar is niet enkel een acroniem, maar ook de naam van de grondlegster van deze meetmethodiek: Virginia Apgar. Zij ontwikkelde de test begin jaren '50. Moest ze het acroniem zelf bedacht hebben, het zou een sterk staaltje van marketing geweest zijn. De realiteit is echter dat het acroniem later werd bedacht als ezelsbruggetje.

Zo'n test om snel en in de tijd het resultaat van iets nieuws te valideren is ook één van de pilaren van de lean innovation methodiek. Ash Maurya spreekt over 'actionable key metrics'. Volgens Ries komt hier het belang van goed management bij een start-up of innovatieproject resoluut om de hoek kijken. De snelheid van meten is cruciaal. Immers, zoals bij de Apgar test, kan de levensloop van het test'product' er van afhangen. Als er niet snel gereageerd wordt op kritische meetresultaten, wordt bijsturen alsmaar moeilijker. De Apgar test wordt binnen de lean approach de AARRR test met Franse rollende RRR: Acquisition (aantal geïnteresseerde gebruikers/klanten), activation (eerste gebruik/aankoop), retention (herhaalde aankoop/gebruik), revenue (omzetgeneratie, zeker bij initieel gratis trial) en referral (klanten worden ambassadeurs voor je product of dienst). Vanaf de eerste lancering van de innovatie zelf doelen stellen voor elk meetcriterium van de AARRR test per tijdsperiode en die consequent en eerlijk opvolgen: het geeft alvast meer kans om goed de vinger aan de pols te houden van de boreling...

woensdag 12 maart 2014

Boekbespreking: 'Denken als Sherlock Holmes' als hulpmiddel bij lean innovatie...

Af en toe kan het geen kwaad om geconfronteerd te worden met de realiteit. We denken dat we rationeel denkende wezens zijn, maar in de praktijk gedragen we ons anders. Mea culpa. Eén opsteker,  je zult mij alvast nooit het tegendeel horen beweren en dat inzicht op zich is misschien al een stap vooruit, blijkt uit het boek. Onze manier van denken afwegen tegenover die van Sherlock Holmes leek me alvast een tof uitgangspunt voor een boek. Wie nog van plan is om wat films of series van deze bekende Britse speurder te bekijken, leest beter het boek pas achteraf. Hier en daar wordt er immers een tipje van de sluier gelicht over de ontknoping.  Los daarvan slaagt Maria Konnikova er met dit boek in om het fictieve personage als ultieme inspirator voor rationeel denken naar voor te schuiven. OK, het had ook op 100 bladzijden minder gekund, maar al bij al bleef het boek boeien tot de laatste pagina. En uiteraard zijn er enkele bruggen mogelijk naar innovatie en ondernemerschap die je niet in boek zal terugvinden.

Rationaliteit vraagt de wetenschappelijke benadering, tenminste als de wetenschap op een correcte manier wordt bedreven. Prestatiedruk, zoals we herhaaldelijk leren, blijkt ook binnen de wetenschap geen garantie meer te bieden op rationaliteit. Maar goed, essentieel is dus het stappenproces van basiskennis, observeren, hypotheses formuleren, experimenten uitvoeren en hypotheses evalueren. Wie in deze blog de bespreking las van Running Lean, zal een blijk van herkenning hebben.  Goed om weten is dat het brein automatisch wat weerstand heeft tegen die systematische benadering.  Zo is het geprogrammeerd om default alles te geloven wat binnenkomt om het te kunnen werken.  Als ik je vraag een zwarte tijger voor te stellen, zal je dat allicht zonder problemen kunnen, ook al bestaat die niet. Verder wordt het observatieproces bedrogen door onze intuïtie. We kennen allemaal wel iemand die beweert dat zijn intuïtie hem nooit in de steek laat. Neem het van mij aan: een geval van overmoed.  Intuïtie wordt onbewust beïnvloed door diverse factoren, onze momentane gevoelens en vooroordelen om er maar twee te noemen. Observeren is dan ook iets verschillend van kijken en is maar mogelijk als je rekening houdt met volgende randvoorwaarden:
  • selectiviteit: niet op alles letten, maar op alles wat belangrijk is. Nochtans wordt ons oordeel snel gevormd door opvallende, maar minder relevante details
  • objectiviteit: de onzekerheidsrelatie van Heisenberg loert om de hoek als we observeren. We vergeten vaak ook de feitelijke situatie te scheiden van subjectieve interpretatie
  • alertheid: alle zintuigen zijn relevant bij het actief observeren, maar vaak worden we door één zintuig geleid (bv. geur). Sterke observaties zien ook wat er niet is.
  • betrokkenheid: als we in flow zijn, observeren we scherper. Dat heeft veel te maken met motivatie.  Betrokkenheid impliceert ook het bewust doorlopen van 3 stappen: categoriseren (laat ons dat de eerste indruk noemen), karakteriseren (optellen van observaties en onbevooroordeeld een conclusie trekken) en tot slot en vaak vergeten corrigeren (i.e. het besluit zelf in vraag stellen).
Te vaak wordt gedacht, niet zelden in de creatieve sector, dat rationaliteit en creativiteit verschillende werelden zijn. Nochtans is de sterkste vorm van creativiteit iets zien dat klopt met al wat eerder gezien is, maar toch anders is en verre van vaag blijft. In essentie is dat de essentie van onze technologische vooruitgang de afgelopen 150 jaar. Onderzoek toont aan dat creatief denken vermindert in onzekere tijden. Het is dan ook wat moeilijker om wat afstand te nemen op het moment dat het water aan de lippen staat. Maar net dan, kan je natuurlijk een verschil maken.

Een cruciale stap bij het rationele denkproces is deductie, i.e. het combineren van feiten tot een onweerlegbare conclusie.  In deze tijden van informatieoverflow is het vooral zaak om het cruciale te onderscheiden van het toevallige.  Dat is niet zo evident: de logica zit immers in de linkerhersenhelft en de inschatting van de waarschijnlijkheid in de rechterhelft.  Het combineren van die 2 vraagt oefening. Een veel gemaakte fout is trouwens om het onwaarschijnlijke te verwarren met het onmogelijke. Het is één van de redenen waarom Sherlock Holmes zijn ‘vrienden’ van Scotland Yard altijd te slim af is. Niet alleen onze ervaringen, maar ook onze verwachtingen bepalen wat we als mogelijk beschouwen.

Maar waarom vallen zelfs mensen die rationeel denken in de valkuil om zichzelf te overschatten. Dopamine zorgt ervoor dat we bij het leren op korte termijn gemotiveerd worden. Nieuwe expertise en skills verwerven geeft niet voor niets een aangenaam gevoel.  Maar het dopamine effect is geen trigger om te volharden in het leren. Dat kan enkel als je jezelf een langetermijndoel stelt. Overschatting is echter altijd dichtbij, vooral bij complexe opdrachten, in vertrouwde situaties, bij aanwezigheid van veel informatie en zeker in volle actie.

Hoe kunnen we dan wel denken als Sherlock Holmes vraagt u zich ondertussen allicht af?  5 stelregels die je bij elke te nemen beslissing best in je hoofd houdt, zijn:

  •  Ken jezelf en de omgeving
  •  Observeer aandachtig
  • Verbeeld dingen
  • Deduceer alleen uit waarnemingen
  •  Leer van mislukte en van geslaagde pogingen
     Hopelijk scherpt dit wat je observatie- en deductiegeest bij toekomstige beslissingen. Heb je trouwens iets opgemerkt in deze blogtekst? Dat geeft dan alvast blijk van een flard van een Holmesiaans brein...