woensdag 22 februari 2023

Wat een uil mij leert over de energietransitie ...

Bron: deingenieur.nl

Eind vorig jaar viel een informatiefolder in onze brievenbus van Engie die in de buurt 4 windmolens plant met elk een vermogen van 6,5 MW. Beste grote windmolens dus, met een tiphoogte van 250 meter en een rotordiameter van 172 meter.  Kortom, windmolens van het kaliber die in offshore projecten  worden gebruikt. In mij schuilt een grote voorstander van het benutten van windenergie, dus ik ben het project genegen. Het is evenwel legio dat zo'n project enige alertheid triggert in de buurt waarin het ingeplant wordt. Dat zal hier niet anders zijn. Mensen willen natuurlijk verzekerd zijn dat hun levenscomfort er niet op achteruit gaat. Het roept vragen op of die grote windmolens werken conform de wettelijke woorden inzake geluid en slagschaduw. Een informatiemarkt en een video duiden de gemodelleerde effecten die het laatste bevestigen. Of dat voldoende vertrouwen geeft voor het eerst, is nog maar af te wachten. Een transitie kan wel met de ratio ontworpen worden, maar realiseert zich enkel als ze resoneert met de emotie. Het is wat afwachten welke bezwaren er zullen opduiken in het nog op te starten openbaar onderzoek. 

De technologie staat nochtans niet stil. Het geluidsniveau van nieuwe windmolens is bv. in niks meer te vergelijken met vroegere windmolens. En ja, ook daar strekt de natuur weer tot voorbeeld. Naast de turbinekast, zijn het de wieken die voor veel mensen vaak een als hinderlijk aangevoeld geluid maken. De aerodynamicus onder ons weet dat dit komt door wervelingen die ontstaan aan de boven- en onderkant van de wiek en aan het uiteinde van de wieken tegen mekaar botsen. Uiteraard is het profiel van de wieken al dusdanig gemodelleerd dat het risico op die wervelingen vermindert. Maar de geluidsreductie door verdere aerodynamische ingrepen leek op zijn limieten te lopen.  Tot iemand een uil hoorde vliegen. Correctie, net niet hoorde vliegen

Bij de meeste vogels die door de lucht zoeven, geven dezelfde wervelingen ook een geluid. Maar niet bij de uilen. De uil slaagt er net in om bij de jacht prooien onopgemerkt te naderen doordat hun vlucht in volkomen stilte verloopt. Wetenschappers achterhaalden dat de achterrand van hun vleugels een gekartelde structuur heeft die de wervelingen geleidelijk samenvoegt. Sinds een aantal jaar vertaalt zich dat inzicht ook naar de wieken van windmolens. Een gekartelde rand op het uiteinde van de wieken, imiteert het patroon van de uilenveren. Dat is een mooie stap vooruit, maar het resultaat hangt blijkbaar nog af van de weersomstandigheden. Recenter onderzoek zoomde nog meer in detail in op de uilenveer en bracht het inzicht dat het afronden van de kartels en het beter imiteren van de poreuze rand aan de achterkant van de uilenveer resulteert in een verdere reductie in decibels. Die geniale structuur bij de uilenveer komt niet uit een wiskundig, nog AI model, maar uit miljoenen jaren evolutie en optimalisatie. 

De 4 windmolens zijn goed voor een CO2 besparingspotentieel van 7000 ton/jaar stelt Engie.  Ik vermoed dat zo'n cijfer niet meteen veel indruk maakt op mensen die vrezen dat hun wooncomfort er mogelijk op achteruit gaat. Ook de verwoede pogingen om met ingewikkelde berekeningen aan te tonen dat de geluidsoverlast en visuele hinder binnen de perken blijft, heeft weinig impact op de amygdala die alarm slaat. Moesten ze nu vertellen dat de wieken een imitatie zijn van de uil die geruisloos door het bos vliegt, zou dat misschien meer inspelen op de emotie en aanvullend op al die rationele cijfers mensen mee kunnen trekken in een an sich nobel project om de energietransitie te helpen realiseren.  

Heb je als bedrijf plannen om voor de warmtevraag of koeling van je bedrijfsprocessen over te stappen van fossiele brandstoffen naar groene energie (biogas, groene of blauwe waterstof)? Of wil je je bedrijfsprocessen elektrificeren om de CO2-uitstoot te verminderen? Of investeer je richting een hogere energie-efficiëntie?  Vanuit VLAIO kunnen we je in die plannen mogelijk ondersteunen met onze GREEN investeringssteun. Neem dus vooral contact als je investeringen plant. Vergeet daarbij trouwens niet verder te kijken dan de energietransitie. Materialen en energie gaan hand in hand. Het viel me op dat Engie in haar toelichting daar helemaal aan voorbij ging. Wat is de CO2 impact van de windmolen zelf in productie en end-of-life? Die vraag krijgen ze nog op hun bord. Misschien kunnen ze wat inspiratie opdoen in Denemarken waar rotorbladen van grote windmolens op het einde van hun leven nieuwe toepassingen vinden als bv. fietsenstalling. Als die fietsen dan opgeladen kunnen worden met windenergie is de cirkel rond...

Bron: Siemans Gamesa


woensdag 8 februari 2023

Wat de asterisk me leert over innovatie...

Er zijn leestekens* die net wat meer in hun mars hebben dan andere. Een punt kan dan wel steeds het laatste woord hebben in een zin, het is er één van de vele duizenden in een artikel of boek. Onopvallend en amper een blik waardig gegund door de lezer. De puntkomma is zowat de antipode. Die valt zeker op, maar wordt amper nog gebruikt. Dat hij op een toetsenbord makkelijker aan te slagen is dan de punt - die vraagt immers ondersteuning van de shift- lijkt daar niet aan te verhelpen. De puntkomma ging er van uit dat 'moeilijk-te-krijgen' leidt tot aantrekkelijkheid. In een wereld van overvloed is dat een strategie die kan lukken, maar ook grandioos kan falen. 

Afgelopen week viel mijn oog bij het lezen van een verzekeringspolis op de asterisk. Niet die dappere Galliër, maar wel dat op het eerste zicht onopvallend symbool dat er op één of andere manier toch altijd in slaagt om de aandacht te trekken. In dit geval in een context waarin we het allemaal kennen: die van de voetnoot. Als er een asterisk als superscript voorkomt in een tekst, dan lees je daar (best) niet zomaar over. Ergens verscholen in de tekst, soms is het wat zoeken, staat er dan in kleinere letters meestal behoorlijk relevante informatie. De asterisk claimt meestal niet voor niks aandacht.

De geschiedenis van de asterisk gaat ver terug in de tijd. Er zijn in grottekeningen al voorgangers van het symbool teruggevonden. Onduidelijk is of er toen ook al gezocht moest worden naar kleine letters in een naburige grot. Meer zekerheid hebben we over het gebruik van een vorm van * meer dan 2000 jaar terug in Griekse teksten, waarbij het vergeten stukken tekst signaleerde. Het dankt in elk geval zijn sterke merknaam aan de Grieken. Asteriskos betekent 'kleine ster' en dat dekt de lading van dit symbool letterlijk en figuurlijk.

Als voetnoot wordt het de laatste tijd wat verdrongen door cijfers, zeker bij auteurs die met een veelheid aan voetnoten hun tekst wat extra cachet willen geven. Weet dat de leesbaarheid van teksten niet echt toeneemt als je aan voetnoot 121 zit. De asterisk is echter al lang doorgedrongen in alle spelonken van het menselijk bestaan en dus niet meer afhankelijk van één toepassing. Een 'paar' voorbeelden:
  • Als sommige woorden aanstoot geven, lost de asterisk dat diplomatisch op door de steen des aanstoots bij te schaven. F*** zeg, hoe heeft het zich toch in die rol kunnen hijsen?
  • Ook als het gaat over dubieuze overwinningen in de sport, weet deze kleine ster wel raad en trekt ze er even de aandacht op dat er misschien wel een reukje hangt aan de overwinnaar, een reukje dat nog verdere analyses vraagt om te zien wat het veroorzaakt.
  • Wie al eens online een formulier invult, weet dat de * niet met zich laat sollen. Als die het invulveld voorafgaat, zal je dat willens nillens invullen ook al kost je dat enig opzoekingswerk en gezucht. 
  • De * brengt ook zalving als we ons eens vergissen bij het chatten. Een letter meer of minder is dan snel gebeurd. Een vervolgberichtje met een asterisk voor het correcte woord vermijdt soms misverstanden. Met sommige voornamen, ik spreek uit ervaring, kwam dat al eens van pas.
  • Ben je het spoor bijster bij het ingeven van zoekopdrachten? De * brengt redding doordat ze zich in de plaats van veel andere karakters kan inleven. Ze is veruit het meest empathische symbool op een toetsenbord.
  • De * heeft ook de gave om discreet te zijn. Het verborgen houden van wachtwoorden is haar op het lijf geschreven. Even kijken kan, maar meteen neemt ze terug over om ongewenste mee-kijkers de pas af te snijden. 
  • Niet alleen in spreekwoordelijke taal neemt ze een prominente plaats in. In programmeertalen is ze manifest aanwezig als teken voor vermenigvuldiging en om via commentaar programma's enigszins begrijpbaar te maken. 
  • Zelfs de wiskunde heeft ze ingepalmd. Geen convolutie van functies zonder *. Geen zelfrijdende systemen zonder convolutie. De * zit dus in het hart van innovaties die de volgende decennia ons even zullen beïnvloeden. Weet dat ze ondertussen ook in de genetica haar positie heeft versterkt. Ze kent de waarde van een lock-in. 
  • De 'kleine ster' heeft zich ook ingewerkt in het muzikale firmament waarbij ze bv. pianisten aanzet om de sustainpedaal los te laten
  • Ongetwijfeld vind je zelf nog toepassingen waarin de * haar meerwaarde al bewezen heeft.
Het is duidelijk dat de *  in de afgelopen eeuwen een positie heeft verworven die redelijk uniek is in de wereld van karakters. Ze maalt daarbij trouwens niet over een uitvoeringsvorm meer of minder. 6 of 8 benen, dikke of dunne, rechte op afgeronde uiteinden,... het is eerder een bewuste vorm van diversificatie om in elke cultuur wereldwijd haar markt in te nemen.  Meer nog, meer dan elk ander karakter beseft de asterisk dat samenwerken loont. Een 'dinkus' zoals de Engelstaligen dat mooi noemen is niet meer dan een samenwerkingsverband tussen 3 *. Ze versterkt door die samenwerking haar potentieel aan rollen, in dit geval voor bijvoorbeeld het aanduiden van een sectie break. Maar ze werkt niet alleen samen met gelijkgezinden. De samenwerking met de / als /* maakt haar geliefd bij programmeurs die meer en meer commentaar in programma's willen opnemen.

De manier waarop de * zich in verschillende markten ingewerkt heeft, zou een toonvoorbeeld kunnen zijn voor andere karakters. Is het visie of geluk? Is het haar technische functionaliteit of eerder het design?  Betreft het vooral marketing of toch vooral inhoud? Allicht is het een combinatie van al die dingen. Feit is dat je als je de geschiedenis van de * op een rijtje zet, ze vooral wendbaarheid toonde op momenten dat zich nieuwe kansen voordeden...

* Of de asterisk een leesteken is of niet, daar lijkt wat discussie over te zijn. Zeker is dat ze daar zelf niet van wakker ligt.