woensdag 16 maart 2016

Wat een Engelse Sleutel mij leert over innovatie...

Er zijn van die gereedschappen die het leven van een mens echt gemakkelijker maken. Neem nu een Engelse sleutel. Ik weet niet hoe je het bij jou zit, maar als ik mijn doos met steeksleutels bovenhaal is om een of andere reden altijd net die maat van sleutel die ik nodig heb afwezig. Afgelopen weekend was het weer van dat.  Geen toeval allicht, want een paar sleutels doen dienst in 95% van de meest voorkomende doe-het-zelf-klussen en de kans dat ze eens buiten de doos resideren is dus vrij groot. Gelukkig is er dan het manusje-van-alles onder de sleutels: de Engelse. Die Engelse sleutel is het inventieve resultaat van de Engelse ingenieur Edwin Beard Budding, die 170 jaar geleden het loodje legde. Hij was daarmee niet aan zijn proefstuk toe. In 1830 octrooieerde hij al een grasmaaier op basis van 2 messen, nadat hij een gelijkaardig snijprincipe had vastgesteld in een textielfabriek. Het is nog altijd de basis voor de machine waar ik binnenkort weer wekelijks achteraan mag lopen. Het potentieel van cross-industry innovation was geen onbekende voor de man.

Zoals dat gaat met creatieve ingenieurs, stopt het meestal niet met één geniaal idee. In 1842 legde hij ook mee de basis voor het ontstaan van de Engelse Sleutel. In tegenstelling tot zijn grasmachine, waarrond hij wel een eigen bedrijf creëerde, liet hij dit idee rusten. Het moet zijn dat hij de sleutel uitvond om zijn eigen grasmachines te onderhouden. Het inspireerde de Zweed Johan Petter Johansson in 1892 om een verbeterde versie van het gereedschap te octrooieren en ook te commercialiseren door een akkoord af te sluiten met de firma B.A. Hjort & Company. De naam Bahco is nog altijd op menige Engelse Sleutel terug te vinden. De Engelsen spreken trouwens zelf van een Adjustable Spanner, in veel West-Europese landen spreken we over een Engelse Sleutel, in Scandinavië en Polen eerder over een Zweedse sleutel. Minder begrijpbaar, maar allicht het gevolg van een goede regionale branding, spreekt men in nogal wat Oost-Europese landen over een Franse sleutel.

Die Engelse Sleutel is een mooi staaltje van wat in creatieve middens wel eens wordt benoemd als innovatie door het combineren van verschillende dingen. Combineren hier niet in de zin van het kunnen uitvoeren van verschillende functies, zoals bij een Zwitsers mes, maar wel het verruimen van de flexibiliteit van je oplossing. Ik moet niet voor elke aparte bout een steeksleutel zoeken, maar kan met één sleutel aan de slag. In hardware innovaties heeft dat veelal te maken met verstelbaarheid. Het maakt het leven duurzamer als je dingen in grootte kan aanpassen. Type in google 'adaptable' met een object en je vindt hoogst waarschijnlijk legio voorbeelden, het ene al wat succesvoller dan het andere. Je ziet gelijkaardige innovaties ook in de software sector. De cloud is bij uitstek de technologie die applicaties 'adaptable' maakt.

Aanpasbaarheid is dus een troef, maar ook een valkuil op het moment dat de gebruiksvriendelijkheid er onder gaat lijden. Ik spreek  uit ervaring als ik zeg dat een Engelse Sleutel al wel eens een bout kan molesteren bij verkeerd gebruik. Dat gaat zelfs mij met een gewone steeksleutel niet overkomen. Software oplossingen die veel integreren, doen gebruikers vaak verdrinken in details en daardoor soms afhaken. Eén smartphone met een toolbox aan apps op die elk goed zijn in hun ding, is dan een meer dan waardig alternatief. Focus in de oplossing die je wil vermarkten, maakt het je marketingverantwoordelijke soms gemakkelijker.  Dat brengt ons terug bij de gereedschapskist. Dat noemen ze toch toolbox in het Engels?  Bestaat er dan geen slimme hardware toolbox variant? Jawel...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten