zondag 1 mei 2011

Het petekind kan ook peter worden als het op innovatie aankomt...

De peterschapsprojecten krijgen een structurele financiering meldt een persbericht van de Vlaamse Regering gisteren. Dat is goed nieuws, want die projecten hebben in het verleden bewezen dat ze resultaat hebben. Bedrijven die al een behoorlijke groei hebben gemaakt, kennen meestal wel het klappen van de zweep. Zowel zweepslagen die goed als slecht aankwamen, genereren erg interessante kennis waar kleine bedrijven hun voordeel mee kunnen doen.

Die peterschapsprojecten hebben hun roots in 1987 toen onder impuls van Janssen-Pharmaceutica de eerste begeleidingen werden gestart. De wereld is ondertussen natuurlijk wel wat veranderd. Groot is niet noodzakelijk meer beter. In vele sectoren zijn kleine bedrijven, gekenmerkt door een sterke wendbaarheid, succesvoller dan hun grote concullega's. Dat doet natuurlijk de vraag rijzen of er in bepaalde sectoren geen nood komt aan een omgekeerd-peterschapsproject over enkele beste praktijken rond innovatie: de grote onderneming leert van de kmo, het petekind wordt de peter... 

1)Snelle beslissingsprocessen: terwijl de grote onderneming nog enkele studies laat verrichten om het potentieel van dat nieuwe idee in te schatten, is de kmo al op de markt met een eerste demo model om reacties van klanten te registreren en zo de innovatie bij te sturen.     

2) Enthousiasme en passie: elke ondernemer startte ooit met een droom voor ogen. Geen drempel was te groot om dat doel te bereiken. Meer mature bedrijven zouden hun voordeel kunnen doel om die  startersdynamiek in hun bedrijfscultuur te re-activeren, ondermeer door intrapreneurship te stimuleren. En dat hoeft niet noodzakelijk veel te kosten (cfr. volgende punt).

3) Budgettaire druk: deze is ongetwijfeld na periodes van besparingen voor discussie vatbaar, maar is gebaseerd op de ervaring die ik zelf heb met grote ondernemingen en kmo's in het kader van innovatieprojecten. De budgettaire ruimte bij grote bedrijven verlamt vaak hun innovatiekracht. Budgettaire schaarste creëren in innovatieteams kan dus lonen. KMO weten dat al lang, want budgettaire beperkingen zijn daar eerder de regel.

4) Open innovatie: terwijl juristen van de grote onderneming zich verdiepen in kleine letters van contracten waarvan ze zelf amper het exacte (echte) doel begrijpen, is de kmo al omringd met bedrijven binnen en buiten de waardeketen die samen streven naar win-win's. Frequent zie ik voorbeelden hoe ondernemers vlot collega-ondernemers vinden om nieuwe projecten op te starten. Waarom zouden teams in en tussen grotere bedrijven niet dezelfde flexibiliteit kunnen hebben?

5) Democratische beslissingsprocessen: ondernemers in hun startjaren zijn dermate gedreven dat ze vaak hun wil zullen doordrijven, altijd met hun droom voor ogen. Partners in crime die te sterk van visie verschillen worden overtuigd of verlaten het pad. Wat een verschil met grote ondernemingen waar in sommige gevallen beslissingen alleen nog in consensus mogelijk zijn. Als het gaat over risico nemen zoals bij innovatie, is er gegarandeerd iemand in het management die de huidige toestand liever wil consolideren. 

U vindt ongetwijfeld nog andere punten waar managers van een grote onderneming best op leerschool gaan bij ondernemers van jonge kmo's... 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten