woensdag 3 mei 2017

Wat de wet van Parkinson me leert over innovatie...

3 weken terug was het World Parkinson Day. Elke ziekte met enige weerslag op een brede bevolkingsgroep heeft zo zijn dag waarop speciaal aandacht wordt gevraagd voor het ziektebeeld en voor de onderzoeksinspanningen om de impact van de ziekte te verminderen. Zo'n dag geeft ongetwijfeld ook verbinding tussen de patiënten  wereldwijd. Parkinson Day vindt plaats op de geboortedatum van James Parkinson: 11 april.  Hij beschreef in 1817 als eerste een groep symptomen gekenmerkt door spierverzwakking en de opvallende tremor. Pas 90 jaar na zijn dood werd hij erkend voor die ontdekking en kreeg het ziektebeeld zijn naam. Postume eer: het is iets waar veel wetenschappers zich best mentaal op voorbereiden. Niet alleen wetenschappers trouwens.

Of Cyril Northcoat Parkinson een afstammeling was van James weet ik niet. Hij pakte zijn marketing in elk geval beter aan dan zijn naamgenoot. Je moet het historici nageven: ze leren uit het verleden. Deze Brit schreef in 1957 zijn boek Parkinson's Law or the Suit of Progress, en zette daarmee zijn eigen merk in de markt: Parkinson's Law. Basisthese is dat 'werk de tijd vult die het ter beschikking krijgt'. Ik veronderstel dat iedereen zich daar wel wat in herkent. En brede herkenning is uiteraard vaak een goed teken aan de wand voor succes in de markt. Voor Parkinson was zijn boek dan ook de start van een succesvolle carrière als spreker en schrijver.

Er zijn naderhand nogal wat afgeleide wetten geformuleerd. Dat hielp natuurlijk ook om zijn naambekendheid te verspreiden. Een tweede afgeleide stelt bv. dat kosten per definitie (minimaal) oplopen tot het voorziene budget. Het is een wet die in business units van grote bedrijven, onderzoekscentra en overheden speelt. Een niet opgebruikt budget riskeert te resulteren in een beperkter budget volgend jaar en dus vult het zich vanzelf. Dit vertaalt zich vaak ook naar betrokkenheid van mensen in teams: er is een opwaartse druk op het bevolken van teams, zelfs bij gelijkblijvende hoeveelheid werk en doelen van het team. Parkinson beschreef zelf in een wiskundige hoe sterk bureaucreatie zich in de tijd uitbreidt. En die bureaucreatie vat dan elke kans om belangrijke beslissingen hoe lang mogelijk uit te stellen en dus de tijd te vullen die haar gegund wordt.

Een moderne variant van de Wet van Parkinson heeft betrekking op databeheer. In digitale tijden lijkt het een uitdaging om elke nieuwe verhoogde dataopslagcapaciteit zo snel mogelijk vol te krijgen. Data vult gulzig de ruimte die het krijgt.

Er is nogal wat impact van de Wet van Parkinson op innovatieprocessen. Generiek gesteld, komt de wet er op neer dat de vraag naar een bepaalde grondstof,  geleidelijk steeds de beschikbaarheid overtreft. Bij innovatie zijn er nogal wat grondstoffen nodig: tijd, geld, kennis, mensen,...Zeker tijd is vaak in bestaande bedrijven, die veelal sterk operationeel bezig zijn, onderhevig aan Parkinson's wet. Innovatieprojecten belanden daardoor soms in een straat van uitstel en vertraging. Het opstellen van een projectplan met duidelijke mijlpalen en een budget is een stevig vaccin tegen Parkinson's wet...

Afgelopen weekend sprak ik een neef van me en ik heb daaruit geleerd dat er één groep in de maatschappij is die volledig immuun is voor de Wet van Parkinson: studenten. Zij beroepen zich maximaal op een andere afgeleide van de wet: als je wacht tot de laatste minuut om iets af te werken (te leren), zal het ook maar één minuut vergen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten