woensdag 5 februari 2025

Wat het boek 'Luisteroefeningen' van Myriam Rasch me leert over innovatie...

Goed kunnen luisteren. Actief luisteren. Onbevoordeeld luisteren. Ik kan nog wel even doorgaan met het formuleren van verwachtingen als het over luisteren gaat. In een wereld waarin zenden meer en meer centraal staat, wordt luisteren vaak voorgesteld als de oplossing voor het oplossen van conflicten, het vormen van coalities, maar ook om succesvol te innoveren. Nogal logisch dat dit boek van Miriam Rasch mijn aandacht trok eens het op de radar passeerde. Een boek dat wel wat doorzettingsvermogen vroeg om het door te lezen. Allicht stapte ik het boek in met iets te veel verwachtingen op basis van de titel, met iets te veel praktische verwachtingen over hoe dat luisteren dan wel in mekaar zit. Het feit dat Miriam Rasch filosofe is, is daar niet vreemd aan. Eens ik die praktisch knop omgedraaid had, kwamen sommige passages me toegewaaid als een warme wind op een gure winterdag. Al had het voor mij ook op 100 pagina's gemogen. Het boek waaiert bij momenten voor deze leek in filosofische essays wat veel alle richtingen uit, wat voor mij  de begrijpbaarheid van het gemaakte punt niet altijd verhoogde. Maar allicht is dat ook de bedoeling. Het is zo'n boek dat je regelmatig neerlegt voor reflectie en voor een maximaal begrip eigenlijk 2 keer moet lezen. 

Het gaat over een belangrijk onderwerp: leeg en open luisteren, zonder te richten op begrip of productie of zelfs verbinding, in een tijd dat aandacht economische handelswaar is geworden. Aandacht als de zeldzaamste en zuiverste vorm van vrijgevigheid. Of nog meer filosofisch uitgedrukt: goed luisteren betekent in de eerste plaats verdwijnen, de afstand tussen jezelf en de geluiden in de ruimte kleiner laten worden zodat je deel uitmaakt van de ruimte zelf. Luisteren is daarbij als het voelen op afstand. 

Luisteren is een handeling en dus onderhevig aan ethiek en ethiek van het luisteren is zowat de rode draad in dit boek. Luisteren wordt vaak gezien als een manier om kennis op te doen, om informatie te verwerven, terwijl het ook te maken heeft met niet-weten. Meer nog: niet-weten kan het luisteren versterken.  Als we iets denken te weten, luisteren we niet, overtuigd van het grote gelijk We moeten onszelf telkens leegmaken, terugkeren naar het niet-weten en enkel maar luisteren. Het doet me denken aan het belang van leeg-luisteren bij het in kaart brengen van pains en gains om te komen tot een problem-solution fit zoals dat in de Lean Startup zo sterk benadrukt wordt.  De valkuil om te luisteren met de filter van de oplossing die men voor ogen heeft, zit daar dikwijls in de weg van het niet-weten om echt te begrijpen wat mogelijk gebruikers aan behoeftes hebben.

Een boek over luisteren, kan sociale media niet negeren. Waar sociale media in het begin zorgden voor nivellering waarbij iedereen een stem kreeg, draait het nu niet vaak om inhoud maar wel om invloed. De blogger is influencer geworden.  Iedereen is zender op zoek naar likes. Luisteren is veranderd in een kwestie van meningsuiting. Er wordt een podium geboden, maar geen gesprek gevoerd. Sociale media voeden polarisatie met nadruk op wij-zij. Het werkt op de brandstof van polariserende onderwerpen en het is de pathos die weegt in de on-line gesprekken, niet het logos... De mens is een erkenning zoekend wezen waarop sociale media zeer effectief inspelen: een vraag naar je gedachten alleen al vleit enorm want geeft schijnbaar aandacht aan wat je bezig houdt. Schijnbaar, want wie eens wil nadenken valt uit de boot omdat sociale media nu eenmaal de meest recente ophef belonen. Vraag is dan of je onverschillig bent als als je daar niet in meegaat. Is meningsuiting een burgerplicht vind ik in die context vraag die me zelf bezig houdt. In een vloed aan zinloze informatie en meningen vind je vooral leegte terug. Mijn activiteit op sociale media is de afgelopen jaren behoorlijk gedaald. Dat ik de band niet volledig doorknip, is om ik soms nog reflecties zie van het wervend potentieel dat deze media kunnen hebben voor positieve initiatieven. 

Luisteren is trouwens iets anders dan gelijk geven. Het is de zorgen en waarden van een ander deel laten zijn van de eigen overwegingen. Performatief luisteren betekent dat je het beste met mensen voorhebt als je zegt dat je wil luisteren, dus zonder dat je meteen een oordeel velt of tegen argumenteert. Soms zit er trouwens een kern van waarheid in wat complete waanzin lijkt. Het doet me denken aan een podcast van Simon Sinek die ik hoorde waarin een zwarte vrouw getuigt hoe ze ku klux clan bijeenkomsten opzocht en door diep luisteren in contact kwam met één van hun trekkers die er uiteindelijk ook uitstapte. Hoe sterk is dat. Het publieke gesprek zou moeten gaan over morele overtuigingen en principes die daaruit voortvloeien. Niet om het eens te worden met elkaar, maar om een scala aan waarden boven tafel te brengen die dan samen onderzocht kunnen worden. Vaak blijkt dat onder heel verschillende overtuigingen vaak hetzelfde uitgangspunt zit, dezelfde waarden die anders ingevuld worden. Het is wel belangrijk om de participatieparadox voor ogen te houden, het fenomeen waarbij burgers die meedoen aan maatschappelijke initiatieven vaak niet degenen zijn waarvoor ze zijn opgezet waardoor de ongelijkheid kan vergroten.  Je ziet dat soms ook bij starters die in de veilige zone beginnen om hun ondernemersidee te toetsen bij bekenden, die daarom niet meteen in de finale doelgroep zitten.

Luisteren vraagt spelregels, reden dat sociocratische dialogen min of meer strikte protocollen volgen. David Bohm vertrekt vanuit analyse van veelvoorkomende fouten. We hechten bv. te veel waarde aan de eerste reactie op een vraag of opmerking die vaak komt van ingesleten denkautomatismen  of vooronderstellingen.  Zo'n eerste formulering kan wel een vertrekpunt zijn. Een goed gesprek beweegt zich vervolgens steeds heen en weer tussen misvatting en opheldering, tussen verschil en overeenstemming. Een vragenlijst is daarom een techniek die goed luisteren eerder bemoeilijkt dan mogelijk maakt.  Wat de spreker zegt en de luisteraar hoort is vergelijkbaar, maar niet identiek. De spreker moet dus ook luisteren om dat verschil te vatten. Dat verschil creëert mogelijk ruimte voor verbinding. De ontmoeting met de ander creëert een tussenruimte waar iets betekenisvol kan gebeuren door gezamenlijke verschillen te onderzoeken, zonder dat wat niet past meteen te moeten lozen.  Het is een inzicht waar politieke onderhandelaars in deze tijden hun voordeel mee zouden kunnen doen. Rasch heeft duidelijk ook het werk van Hartmut Rosa gelezen refererend naar die tussenruimte en verder in het boek ook naar de vaststelling dat  resonantie onder druk staat. Resonantie ontstaat als iets wat van buitenaf komt je treft,  zoals een muziekstuk, landschap of andere mens. Je zou wel willen maar kan het moment niet bezitten, enkel koesteren. Versnelling en versnippering in de maatschappij vreten in op de ervaring van resonantie net zoals ze luisteren moeilijker maken.

Een ander terugkerend thema is empathie, kwestie van je in de spreker te verplaatsen  en vanuit haar perspectief te begrijpen wat ze bedoelt.  Knikken, een open houding en samenvatten is daarbij belangrijk. Neem doorvragen erbij en je hebt de in coaching kringen bekende LSD techniek. Een stap verder kun je gaan door de ander stevig in haar eigen schoenen neer te zetten. De valkuil van gespreksnarcisme (genre "dat heb ik ook") is daarbij zeker te mijden.  Hou je denken in en vraag door naar de feiten. Bij innovatie gaat het vaak over doorvragen op gedrag. De ander vertelt immers vanuit een totaal andere ervaring dan de jouwe. Belangrijk daarbij: luisteren is niet hetzelfde als instemmen. Omgekeerd: van luisteren een egoïstisch project maken waarbij je grenzen moet trekken om je te beschermen tegen de boze buitenwereld, druist in tegen de kern van luisteren.

Technologie krijgt uiteraard ook aandacht in het boek. Is het luisteren door machines wel echt luisteren? Je zou de verzamelde apparaten een soort panopticon kunnen noemen volgens de auteur, naar analogie met de koepelvormige gevangenis waarin één centrale bewaker zit, maar waarbij de gevangenen niet weten of hij er effectief is.  Je weet niet waar en wanneer je afgeluisterd wordt en door wie. Technologie creëert ook afstand. Myriam Rasch verwijst naar de Ted talk van Ozlem Cekic die spreekt met mensen die haar haatberichten stuurden. De onderliggende boodschap: nabijheid geeft meer begrip. En technologie helpt daar niet noodzakelijk bij. Maar technologie kan evengoed wel een component zijn in luisteren. Milieuverontreiniging lijkt misschien abstract, maar het is gewoon te horen door een stelselmatige afname van het geluid van de natuur (insecten, vogels,…), waarbij technologie een hulpmiddel is om dat wetenschappelijk te kunnen vastleggen.

Het is wat volharden om in het boek te komen tot de essentie van de titel: luisteroefeningen. Zeker niet de essentie van het boek, maar een aantal technieken komen wel aan bod:

  • Herinneringen bewust van visueel naar auditief trekken.
  • Verbeeld klanken bij een schilderij
  • Concentreer je op (on)alledaagse geluiden, bv. door je elk kwartier af te vragen wat je hoort (trainen in deep listening)
  • Maak opnames van geluiden in je omgeving
  • Bewust afwisselen tussen globaal luisteren en gefocust luisteren op één specifieke geluid
  • Probeer geluiden op te roepen, bv. een galopperend paard
  • Draai 360 in het rond en merk op hoe wat je hoort wijzigt.

Voor mensen die auditief zijn ingesteld een vanzelfsprekendheid. Voor anderen brengt bewuster luisteren nieuwe indrukken. Dat heb ik zelf gemerkt sinds ik veel meer let op geluiden in de natuur. Het geeft een andere beleving dan een gewone wandeling. Je hoort dingen die je anders niet opvallen. Wat je aandacht geeft, groeit en dat geldt ook voor geluid.

Ik ga niet elke week een filosofisch essay van meer dan 200 pagina's lezen. Sommige passages gingen me op het eerste gezicht wat ver zoals "Zo werd ik op voorstel van mijn kippen een mens die luisterde naar vragen van kippen. En mijn kippen werden kippen die vragen konden voorleggen." Maar dan dacht ik aan nieuwe ontwikkelingen die toelaten om de gezondheid van dieren te meten op basis van geluid, waarbij de technologie hulpmiddel wordt om beter te luisteren. Zo ver gezocht is het dus niet, zelfs met een innovatiebril op.

In essentie is dit een boek dat past bij het tijdperk waarin we leven en waarin goed kunnen luisteren in niet veel CV's bovenaan prijkt. In een tijdperk waarin iedereen zendt, zijn de antennes die het scherpst zijn afgesteld het beste in staat om de essentie te capteren.  En dat geldt niet in het minste voor startende, innovatieve ondernemers die willen begrijpen op hun idee echt aansluiten bij een meerwaarde die klanten zoeken. Onze eerste pitches voor innovatieve starterssteun zitten al in de pijplijn, maar je kan je al aanmelden via onze partners of een VLAIO bedrijfsadviseur. Misschien kom je dan wel in aanmerking voor een volgende pitchronde…