We leven in een tijdperk waarin polarisatie het nieuwe normaal lijkt te worden. In de meest pejoratieve betekenis van het woord, moeten we die normaliteit vooral niet omarmen. Als maatschappelijke breuklijnen de standaard worden om standpunten in te nemen over om het even wat, komen we immers op een hellend vlak van groepsdenken waarbij elke vorm van kritisch denken en persoonlijke standpunten uitgesloten worden door grote groepen van mensen. Dat is een zichzelf versterkend proces van steeds meer afstotende polen. Sociale media die zich als echokamers laten gebruiken, versterken dat sterk. De meestal grootste
groep die zich in het midden tussen de polen bevindt, ervaart een toenemende druk om partij te kiezen en haar neutraliteit achter zich te laten. Voorbeelden zijn momenteel legio: democraten versus republikeinen in de VS, pro-Israël versus pro-Palestina, pro- versus anti-vacciners, voor of tegen de zone 30 in de dorpskern,... Ook de komende gemeenteraadsverkiezingen ontsnappen niet aan een toenemend wij-zijn denken.
Nochtans is polarisatie in z'n neutrale betekenis een concept dat nauw aansluit bij de basis van de wetenschap en de drie-eenheid van these, antithese en synthese. Ik doe een uitspraak, jij kan daar als reactie de negatie van poneren en samen komen we tot een synthese door de waarheden die in beide aanwezig zijn te verzoenen. Ik kan stellen dat Europa AI alle kansen moet bieden om innovatie niet te remmen. Jij kan stellen dat Europa het moet verbieden omdat het levens kan bedreigen. De synthese kan zijn dat AI alle kansen moet krijgen, mits voorzorgen worden ingebouwd dat het geen levens bedreigt. Die synthese is weer een these op zich, met ruimte voor een antithese. Dat leidt dan finaal tot (de aanpassing van) een wet. Neem de AI act. Is die ideaal? Voor de ondernemer die alle vrijheidsgraden wil zeker niet, want de wet beknot en leidt tot weer extra administratieve werklast. Voor de anti-AI activist die vreest dat AI tot het einde van de mensheid zal leiden ook niet. Polarisatie hoeft op deze manier echter geen zero sum game te zijn.
Het is dit jaar 70 jaar geleden dat de Amerikaanse psycholoog Gordon Allport zijn boek 'The Nature of prejudice' uitbracht. Hij ging daarbij in tegen het toen gangbare idee dat contacten tussen verschillende soorten groepen leiden tot meer vooroordelen en conflicten. Allport beweerde op basis van verschillende studies uitgevoerd in verschillende landen net het tegenovergestelde, namelijk dat interpersoonlijk contact tussen groepen vooroordelen net kan verminderen. Op voorwaarde weliswaar dat er aan een aantal criteria voldaan wordt:
- De leden van de twee groepen hebben een gelijke status.
- De leden van de twee groepen hebben gemeenschappelijke doelen.
- De leden van de twee groepen werken samen, ze hebben samen iets te realiseren.
- Er is institutionele ondersteuning waarbij groepsleiders of andere gezagsdragers het contact tussen groepen ondersteunen. Er is dus nood aan bruggenbouwers en verbindende leiders die dit stuwen en dragen.
Er zijn een aantal redenen waarom dit contact vooroordelen kan verminderen:
- Vermindering van angst door vertrouwd te geraken met de andere groep
- Verhoging van empathie omdat het helpt dingen uit een ander perspectief te zien en vertrouwd te geraken met de gevoelens van de andere groep
- Afstappen van categoriseren, met meer nadruk op het individu in plaats van het lidmaatschap van een groep
Een mooi voorbeeld waarbij ingespeeld wordt op de contacthypothese zijn initiatieven waarbij alle inwoners van een buurt (ongeacht religie, gender, afkomst,...) samenwerken aan de verdere evolutie van hun buurt. Dit soort initiatieven tonen dat de burger zich nog wel betrokken kan voelen bij het beleid.
Technologie en wetenschap is een thema dat ook steeds meer onderdeel wordt van polarisatie, in haar pejoratieve betekenis helaas. De felle discussie over het nut van het gebruik van mondmaskers en vaccinatie tijdens corona maakte duidelijk dat wetenschappers in de maatschappelijke discussie zich ook bewust moeten zijn van het belang van contacten met andere groepen. Zoals de
Franse literatuurcriticus Charles Sainte-Beuve in de 19de eeuw al schreef over de schrijver Alfred de Vigny; "Et Vigny, plus secret, comme en sa tour d'ivoire, avant midi rentrait" waarmee hij de basis legde voor een welbekend begrip: "de ivoren toren'". Het
Just Transition Mechanism (Leaving no on behind') dat de vorige Europese Commissie invoerde om iedereen mee te krijgen in de duurzame transitie, is in die zin een cruciale randvoorwaarde om die transitie niet te laten uitmonden in een spectrum van polarisaties. Met technologische innovaties rond o.a. AI, mRNA, autonomous driving en brain computing interfaces zal het alleen maar belangrijker worden om bewust bruggen te leggen tussen groepen. Enkel dan is vooruitgangsoptimisme geen naïeve opvatting maar bouwt het op sterke fundamenten...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten