donderdag 28 oktober 2021

Wat de Downs-Thomson paradox me leert over innovatie...

(c) Paul Langrock
Er is al veel over geschreven. De lange periode van gedwongen thuiswerk legt de basis voor een nieuwe dialoog tussen werkgevers en werknemers over de balans tussen thuis- en kantoor werk. Het wordt maatwerk in functie van jobinhoud, persoonlijke voorkeuren en voldoende aandacht voor teamcohesie. Wat me benieuwde is in welke mate die nieuwe evenwichten effectief effect zouden hebben op de congestie van onze wegen.  Het antwoord kennen we ondertussen. De transporten die ik per wagen deed de afgelopen 3 maanden omdat het openbaar vervoer geen haalbaar alternatief bood, stond ik geheid ergens in een file. Er is weinig kans op beterschap volgens de Amerikaanse econoom Downs en de Britse wiskundige Thomson.

De Downs-Thomson paradox drukt de tijdens de piek van de coronacrisis geuite hoop, dat het probleem van de verkeerscongestie zichzelf zou oplossen.  De paradox stelt dat de gemiddelde reistijd over de weg in evenwicht ligt met de reistijd deur-op-deur via publiek transport. Zo vreemd is dat niet. Reistijd is naast reiscomfort een logische maatstaf in de vergelijking. Het kunnen werken of lezen in de trein was altijd een belangrijk reden om voor de trein te kiezen. Toen kwamen al die interessante podcasts, en die rustig in de wagen beluisteren geeft meer comfort dan in een rumoerige, volgepropte treinwagon. Duurzaamheid wint als criterium veld, maar dat is een traag proces.  Zijn er signalen dat de reistijd over de weg vermindert, zullen meer mensen verleid worden om de wagen te nemen.  Dat meer mensen thuiswerken verandert niet zoveel aan de evolutie naar het evenwicht. Kost is een ander criterium dat kan meespelen.  Zonder het externaliseren van milieukosten, blijft ook kost lager in de rangschikking dan tijd. Tijd is een schaars goed, maar ook meer en meer een mentale kost.


De Downs-Thomson paradox kan je doortrekken in andere soorten netwerken. Sneller internet leidt tot een hogere benutting met toepassingen die steeds meer capaciteit, bandbreedte en een lagere latency vragen. Het is niet voor niks dat veel bedrijven uitkijken naar 5G en sommigen al met hun hoofd bij 6G zitten. Je kan de paradox ook toepassen op allerlei innovaties. Er is een dominant criterium (tijd, snelheid, comfort, kost, zekerheid,...) waarop klanten bepalen of het de moeite loont om over te stappen op een duurzaam alternatief om dezelfde functie te vervullen. Daar een verschil maken met wat er al is, biedt een goede voedingsbodem voor verdere innovaties. Het is een uitdaging binnen circulaire business modellen en klimaatinnovaties tout court. Het bewustzijn groeit zeker dat we als maatschappij moeten handelen om erger te voorkomen, maar de stap van maatschappelijk bewustzijn naar individueel handelen is nog groot. Succesvolle innovaties zullen dus meer moeten doen dan een duurzaam (technologisch) alternatief bieden.  


Ondanks de filedruk bleek uit gisteren gepubliceerde cijfers dat de NMBS nog maar op 80% bereik zit van voor de Covid19 epidemie. Vooral daar lijkt de impact van thuiswerk merkbaar, zeker op trajecten richting Brussel. Sinds corona heb ik inderdaad niet meer moeten rechtstaan in een te volle wagon. Of hoe we corona nodig hebben om te ervaren wat evident zou moeten zijn om ons mobiliteitsgedrag te beïnvloeden...