Een typemachine: het is maar één van de dingen waarover je met een twaalfjarige van nu amper nog kunt spreken. "Ja, de toetsen zijn verbonden met een fysieke letter die via een inktlint een afdruk maakt op het papier. En nee, er staat geen delete-toets op. Hoe je dan een tekst corrigeert? Als het een kleine correctie is gebruikten we tip-pex papier, sloegen we dezelfde letter aan op dezelfde plaats en daarna nog eens de juiste, uiteraard na het verwijderen van het tippex-papier. Ja, dat kostte redelijk wat tijd...". Volgend jaar is het 150 jaar geleden dat de eerste typemachine, die naam waardig, werd ontwikkeld.
De Amerikaan Christoper Sholes, uitgever van een krant, was initieel op het pad gezet naar de typemachine door een langdurige staking van de zetters. Stakingen zijn niet zelden een hefboom voor een meer doorgedreven automatisering. Het strekt tot nadenken voor sommige onderdelen van de arbeidsmarkt in België momenteel. Zijn eerste pogingen waren niet succesvol en dus pivoteerde hij zijn idee in de richting van een machine die toeliet pagina's te nummeren. In 1866 registreerde hij er een octrooi voor. Samen met zijn vennoot Samuel Soule kwam hij in contact met advocaat en geldschieter Carlos Glidden die hen aanmoedigde om de machine uit te breiden tot letters. Getypte brieven werden verstuurd aan diverse mensen, ook aan investeerders, en het was James Densmore die veel heil zag in de machine en zich voor een kwart inkocht in het bedrijf. Hij legde de lat meteen hoger, waardoor Soule en Glidden afhaakten. Innovatie is meestal een uithoudingstocht.
En die tocht begon pas echt toen het overblijvende duo in contact kwam met een lead klant bij uitstek: stenograag James Clephane. Hij testte het ene na het andere prototype, meestal resulterend in het molesteren ervan. 3D printing was toen zelfs nog niet in de proza doorgesijpeld, maar rapid prototyping en lean innovatie werd op eigentijdse manieren in de praktijk gezet. Zo'n 50 prototypes later kwam de typemachine in een vorm die werkbaar leek. In 1873 verkochten Sholes en Densmore het octrooi aan een werkplaats (Remington) die ze verder succesvol commercialiseerden. Uitvinder Sholes verkoos de quick win en kreeg een eenmalige som van 12 000 dollar. Investeerder Densmore opteerde voor een royalty model en dat leverde hem uiteindelijk 1,5 miljoen dollar op. Keuze van het verdienmodel is niet bepaald onbelangrijk blijkt eens te meer.
Een van de iteraties die resulteerden uit de testen via stenograag Clephane was de schikking van de letters. Uit de testen bleek immers dat de 'hamers' waarop de letters stonden, blokkeerden als snel achtereen 2 letters werden aangeslagen die naast elkaar lagen. De basis voor het 'QWERTY' toetsenbord was gelegd. Latere varianten zoals 'AZERTY' zijn ingegeven door dezelfde nood om het blokkeren van letters bij het aanslagen te vermijden.
Letters worden ondertussen al lang niet meer 'aangeslagen' via 'hamers', dus de vraag is waarom we toch vasthouden aan die toetsenbordindelingen. Ondertussen was er bovendien ook al een veel gebruiksvriendelijker toetsenbord, speciaal ontwikkeld om zo snel mogelijk te kunnen typen en neergelegd in een octrooi dat ondertussen ook al 80 jaar oud is. Het qwerty-toetsenbord is maar één voorbeeld van een fenomeen dat wel meerdere technologieën en ook strategieën kenmerkt: padafhankelijkheid. Gebeurtenissen en keuzes gemaakt in het verleden beinvloeden beslissingen in de toekomst doordat bepaalde keuzemogelijkheden uitgesloten worden. Onderliggend daaraan ligt vaak een positieve terugkoppeling: een positieve evolutie versterkt zichzelf. Doordat Remington Qwerty introduceerde en mensen gewend waren aan de positie van de toetsen, konden nieuwe spelers die de markt van typemachines wilden betreden bijna niet anders dan dezelfde toetsenindeling aan te houden.
Padafhankelijkheid is een fenomeen met 2 gezichten. Op microeconomisch niveau is het een zege voor het bedrijf dat er in slaagt om een standaard te zetten. Het creëert een vorm van lock-in. Voorbeelden zijn er legio naast het Qwerty toetsenbord: VHS, Apple, diverse software platformen...Op macroenomisch niveau is padafhankelijkheid eerder contraproductief en vaak ook een barrière voor verdere innovatie. Zeker in de software branche is het 'moeten streven naar compatibiliteit met bepaalde dominante systemen of historische gebruikte programmeertalen' vaak een horde om nieuwe eigentijdse en gebruiksvriendelijke(re) oplossingen een kans te bieden. Padafhankelijkheid creërt drempels bij veel bedrijven, meer nog bij de grote, en is een fenomeen waarop menige start-up en innovator zijn tanden op stuk bijt...
scherpe analyse !
BeantwoordenVerwijderenmaar dit leidt meteen tot de vraag wat je als innovator moet doen om zo snel mogelijk een 'kritische massa' te bereiken: het (kantel-)punt vanaf wanneer alles als vanzelf naar je toe begint te vloeien zonder dat jij* nog veel éxtra inspanningen moet doen? bv: omdat je de norm of de standaard bent geworden.
* jij , of je bedrijf, of je product of dienst die je aanbiedt op de markt
Goede vraag Jean.Het hangt wat af van de markt waarin je actief bent en zal altijd wel een mix zijn van marketing, maar keuze van het business model (pricing, kanalen, USP, klantensegment,...) is toch wel bepalend. Vooral de keuze van eerste klantensegmenten is vaak een katalysator om finaal naar een groter bereik te gaan. Een goede handleiding is er echter niet: ik zou ze anders al lang gebruikt hebben...
BeantwoordenVerwijderenLeuke blog, Kurt. Ik herinner me nog het feit dat hamertjes in elkaar haakten, dat had ik geregeld, ook al was het een AZERTY klavier. Anderzijds had het ook iets magisch, de letter tegen het lint, het vloeken omdat je tijd wou winnen, op die manier te snel was en zo tijd verloor met tippex. Mooie opmerking m.b.t. stakingen ook. Frustratie is vaak een goede motivator voor innovatie. Dat opent perspectieven voor het spoorverkeer. Met iets volledig anders beginnen ...
BeantwoordenVerwijderen