Ik heb altijd gedacht dat die poging tot beïnvloeding een puur showelement was. De kans dat de hoofdprijs achter de gekozen deur zat, leek voor mij onafhankelijk van de deur en dat veranderde niet als er een andere deur werd geopend. De wiskunde die ik in die periode aangereikt kreeg op het plaatselijke college volstond niet om daar aan te twijfelen. Eerlijk gezegd, ook de cursussen statistiek op de unief, scherpten de geest niet voldoende aan om dit anders te bekijken. Geen schande blijkbaar, want recent las ik een artikel waaruit bleek dat ook echte wiskundigen soms hun tanden stukbijten op deze statistische rariteit die ingaat tegen onze intuïtie. Die rariteit is bekend geworden onder de naam Monty Hall probleem of driedeurenprobleem. Monty Hall was de Canadese voorloper van Ruis en presentator van Let's make a deal, waarin kandidaten konden kiezen tussen 3 deuren. Kern van het Monty Hall probleem is dat een kandidaat zijn keuze best aanpast als de presentator een deur heeft geopend waarachter een nep prijs zit. Kort gezegd zijn er 2 mogelijkheden: je hebt het initieel bij het rechte eind met de keuze van de deur (goede gok) of niet (slechte gok). De kans op een goede gok is 1 op 3 en op een slechte gok 2 op 3. Zit je in het scenario van een goede gok, brengt veranderen van deur je verlies, maar de kans op dat scenario is dus maar 1 op 3. Zit je in het scenario van een slechte gok, brengt veranderen van deur je winst en de kans op dat scenario is 2 op 3. Het probleem herleidt zich dus tot een keuze tussen de twee scenario's: goede gok versus slechte gok, waarbij de kans op het tweede, twee keer zo groot is. Als je intuïtie hardnekkig is zoals de mijne, ga je de redenering een paar keer moeten doorlopen vooraleer mee te zijn.
Innovatie is natuurlijk geen zuiver statistisch proces. Gelukkig maar of ik kon mij beter een andere job zoeken. Niet alle variabelen zijn immers onafhankelijk en willekeurig. Maar juist daarom is het driedeurenprobleem interessant. De reden waarom de slaagkans voor elke deur verandert door ingrijpen van de presentator (die een deur opent), is juist dat de presentator voorkennis heeft. Hij zal immers nooit de deur openen met de hoofdprijs achter. Zijn keuze is dus niet willekeurig. Innoveren is ook iets complexer dan het kiezen tussen 3 deuren. Veelal zijn de keuzemogelijkheden veel diverser en zou je dus eerder kunnen spreken van een 20- of 50-deurenprobleem. In het begin van een innovatietraject is de kans op succes bij elke deur even groot. Maar als team maak je natuurlijk een keuze en leg je de strategie vast. En dan kom je mensen (coaches, mentors, consultants, investeerders, overheid,...) tegen die je andere deuren beginnen te openen (af te raden). Wat je dan merkt is dat teams zich steeds meer gesterkt voelen in hun keuze. Ze krijgen bevestiging dat de andere deuren geen goede keuzes waren en gaan de gekozen deur als de ideale strategie beschouwen. Veel minder merk je dan dat teams daardoor overwegen om toch nog hun strategie aan te passen. Nogmaals, innoveren is geen statistisch proces, maar feit is dat veel beslissingen intuïtief worden genomen. En je intuïtie is ook niet bepaald altijd je beste vennoot blijkt uit het driedeurenprobleem...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten