Het is exact 100 geleden dat het boek Pinokkio in het Nederlands verscheen en 75 jaar geleden dat de bekende verfilming van Walt Disney uitkwam. De Italiaans Carlo Collodi schreef in 1883 voor het eerst verhalen over de geanimeerde houten marionet. Die werden al snel door de Italianen verslonden. Waar Collodi in eerste instantie Pinokkio een vroege dood liet sterven door ophanging - enige gruwel was toen in wel meer kindersprookjes een vereist ingrediënt - werd Pinokkio in latere versies door een fee tot leven gewekt. Ja, ook al voor Dallas (remember de douche-scène met Bobby Ewing) waren verrassende wendingen in series niet uit te sluiten.
Allicht was er al lang geen sprake meer over Pinokkio als Collodi niet de creativiteit had om hem een uniek element toe te kennen: een neus die groeit als hij liegt. Los van het sterke beeld, steeds dankbaar voor verfilming en de Disney film uit 1940 zorgde toch voor de wereldwijde doorbraak van de marionet, is die neus ook kernelement geworden van het 'merk' pinokkio. Die lange neus creëert een enorme herkenbaarheid en vertaalt zich in diverse afgeleide producten. Klassieke merchandising, maar ook een spectrum aan grappen (al dan niet gecombineerd met Sneeuwwitje) tot zelfs filosofische discussies. Wat te denken van de situatie waarin Pinokkio zegt: 'mijn neus gaat groeien'. Als zijn neus effectief groeit, heeft hij de waarheid gesproken, maar zou zijn neus dus niet mogen groeien, waardoor hij dus eigenlijk toch gelogen heeft. Als zijn neus niet groeit, liegt hij en zou zijn neus moeten groeien waardoor hij dus toch de waarheid spreekt. Kortom: voor filosofen is Pinokkio een godsgeschenk.
Moest de Griekse filosoof Epimenides van Knossos Pinokkio gekend hebben, hij zou hem ongetwijfeld ook als voorbeeld hebben genomen om zijn Paradox toe te lichten. Nu deed hij het via zijn eigen bevolkingsgroep, de Kretenzers, door de stelling te poneren dat Kretenzers altijd liegen. Een variant erop, de leugenaarsparadox stelt: 'deze zin is onwaar.' Wiskundigen weten dat een paradox een ogenschijnlijk tegenstrijdige situatie is. Ze lijkt in te gaan tegen ons gevoel van logica of intuïtie. Ogenschijnlijk, want veelal berust de veronderstelde tegenstrijdigheid op een denkfout of een foute redenering. In het geval van Epimenides bijvoorbeeld kan het perfect kloppen dat hij liegt. Niet alle Kretenzers liegen dus, maar dat sluit niet uit dat Epimindes zelf wel liegt. Hopelijk volg je nog.
Ook innovatie wordt gekenmerkt door paradoxen, ogenschijnlijke tegenstrijdigheden. Onder de innovatie paradox wordt in Europa verstaan dat ons toponderzoek aan kenniscentra zich onvoldoende vertaalt naar economische innovaties. Het huidige Horizon2020 programma heeft daarom het geweer van schouder veranderd en zet veel meer in op het ondersteunen van de stap van prototype naar marktdemonstratie. Binnen 5 jaar moet blijken of dit de sleutel is om de paradox te ontkrachten. Maar ook binnen elk individueel innovatietraject kunnen zich paradoxen voordoen. Veel interesse tijdens de validatiefase, vertaalt zich bijvoorbeeld niet in reële verkoop bij de marktintroductie. Hoe kan dat? Hebben we de prijs verkeerd ingeschat? Of gebruiken we de verkeerde distributiekanalen? De twee pilaren die aan de basis liggen van succesvolle innovaties, i.e. luisteren naar de klant en een goede uitvoering, lijken niet altijd te voldoen. Waarom gaan het toch mis, terwijl je denkt alles volgens het boekje gedaan te hebben. Wel, er bestaan veel boeken die kunnen verklaren waarom succesvolle innovaties succesvol geworden zijn, maar geen boekje dat beschrijft hoe voor een nieuwe innovatie dat succes zal bereikt worden. Momenteel lees ik nog eens een boek van de eerste categorie. Het boek brengt een derde pijler aan waarom innovaties mislukken: een gebrek aan inzicht in het ecosysteem dat nodig is om een nieuw product/dienst succesvol in de markt te zetten. Meer daarover later...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten