De eerste les in de cursus Natuurgids was al meteen een schot in de roos. Niet toevallig was ecologie het eerste thema. Per slot van rekening is ecologie onderliggend aan de dynamische natuur waarin we leven. De gelijkenissen met de economie zijn treffend. 2 gelijklopende modellen met een verschillend perspectief:
Ecologie
In een natuurlijk ecosysteem zijn er biotische en abiotische
factoren. De biotische omvatten het leven zoals we dat kennen opgedeeld in het
plantenrijk, het dierenrijk en …. Allen zijn ze opgebouwd uit cellen. De
biotische factoren hebben geen kans op overleven zonder de abiotische factoren:
licht, warmte, water en chemische stoffen.
Zonlicht fungeert uiteraard als energiebron, maar bv. ook
als informatiedrager. Zwaluwen bijvoorbeeld gaan op basis van het korter worden
van de dagen op een bepaald moment getriggerd worden om te vertrekken naar meer
Zuiderse oorden. Temperatuur is afhankelijk van het klimaat, maar ook van de
topografie. Elk organisme heeft een minimum en een maximum temperatuur waarbij
het kan overleven. Water dient niet enkel als leefruimte, maar ook als
transportmedium voor voedingsstoffen en afvalstoffen. Chemische stoffen zitten
in de lucht, in het water en in vaste stoffen.
Het is duidelijk dat de abiotiek impact heeft op de biotiek.
Dat kan op zeer korte termijn zijn (bv. dag en nacht), op middellange termijn
(bv. seizoenswisseling) en op lange termijn (bv. klimaatsverandering). De
veranderingen op korte en middellange termijn beïnvloeden soorten die hun gedrag
afstemmen op de fluctuaties. Factoren die op lange termijn spelen, hebben niet
zo snel impact, maar kunnen resulteren in het verdwijnen van soorten en
ontstaan van nieuwe soorten. Maar de biotiek kan ook de abiotiek beïnvloeden. Bosgroei
resulteert bv. in minder licht en een hogere luchtvochtigheid en geeft daardoor
ruimte voor groei van schaduwplanten. Bevers die een dam maken, zorgen ervoor
dat zich lokaal een meer vormt, waardoor sommige planten en dieren verdwijnen
en andere zich kunnen huisvesten.
Biotiek en abiotiek zijn beiden een onderdeel van een
natuurlijk ecosysteem en hun onderlinge afhankelijkheden bepalen het dynamische
evenwicht van zo’n systeem. Soms kan het systeem grondig verstoord worden door
een schok in een abiotische factor (bv. een extreem koude winter of droge
zomer, een brand, een meteoorinslag,…). Anderzijds kan het ook evolueren tot
een nieuw evenwicht door een discontinuïteit in de biotiek (bv. een virale
ziekte doodt prooidieren, met ook impact op het bestand aan roofdieren).
Economie &
innovatie
In een economisch ecosysteem zijn er ook biotische en
abiotische factoren. De biotische omvatten de deelnemers die we kunnen opdelen
in bedrijven (profit en non-profit), overheid, onderwijsinstellingen,
onderzoekscentra. Allen zijn ze opgebouwd uit mensen. De biotische factoren
hebben geen kans op overleven zonder de abiotische factoren: kennis, technologie, geld en data/informatie.
Kennis (versus zonlicht) fungeert als energiebron binnen de economie, maar bv.
ook als informatiedrager. Bedrijven gaan
bijvoorbeeld op basis van het verwerven van nieuwe kennis over tot het betreden
van nieuwe (al dan niet Zuiderse) markten. De beschikbare technologie is
afhankelijk van sector en regio. Zeker is dat een bedrijf een minimum aan
technologie (versus temperatuur) nodig heeft om te overleven en dat het te zwaar inzetten op
technologie evenzeer kan leiden tot falen. Geld (versus water) creëert niet enkel leefruimte
maar dient vooral als transportmedium voor economische waarde. Data/informatie (versus chemische stoffen) zit overal verspreid doorheen de economie.
Het is duidelijk dat de economische abiotiek impact heeft op
de economische biotiek. Dat kan op zeer korte termijn (bv. nieuw product door
nieuwe technologie), op middellange termijn (nieuwe technologie door nieuwe
kennis) en lange termijn (bv. verandering van maatschappijmodel door nieuwe
kennis en inzichten). De veranderingen op korte en middellange termijn
beïnvloeden bedrijven die hun gedrag afstemmen op de fluctuaties. Factoren die
op lange termijn spelen, hebben niet zo snel impact, maar kunnen resulteren tot
het verdwijnen van bedrijven en zelfs bedrijfstakken en ontstaan van nieuwe.
Maar de economische biotiek kan ook de economische abiotiek
beïnvloeden. Een bedrijf als Amazon dat grote servercapaciteit ter
beschikking stelt, creëert een nieuwe biotoop waarin andere bedrijven (bv.
start-ups) zich kunnen vestigen, resulterend in het verdwijnen van bestaande
bedrijven. De laatste jaren creëren diverse nieuwe jonge bedrijven een nieuw spelveld. De ontwikkeling van het internet resulteerde bv. in veel meer toegang tot kennis met impact op de kenniscreatie zelf en zorgde daardoor voor de komst van nieuwe innovatieve bedrijven die vroeger geen kans maakten binnen het economische systeem. Die bedrijven veranderen op hun beurt, door nieuwe business modellen te hanteren, de beschikbaarheid van bv. data en de waarde die daaruit kan gegenereerd worden.
Biotiek en abiotiek zijn beiden een onderdeel van een
economisch ecosysteem en hun onderlinge afhankelijkheden bepalen het dynamische
evenwicht van zo’n systeem. Soms kan het systeem grondig verstoord worden door
een schok in een abiotische factor (bv. de devaluatie van een munt, een
disruptieve technologie). Anderzijds kan het ook evolueren tot een nieuw
evenwicht door een discontinuïteit in de biotiek (bv. een sterk groeiend
bedrijf dat er in slaagt een nieuwe standaard in een sector te zetten).
Enige gelijkenis tussen ecologie en economie is niet louter gebaseerd op toevalligheden...
Enige gelijkenis tussen ecologie en economie is niet louter gebaseerd op toevalligheden...