Wie
aan de kar trekt om meer creativiteit en innovatie in het onderwijs te
verankeren, verdient sowieso al mijn respect. Als betrokkene dan ook nog in
zijn dagelijkse werkzaamheden binnen zijn bedrijf als innovatiemanager aan een
vergelijkbare innovatiekar trekt, stijgt hij nog een trede op mijn
respectladder. De persoon over wie ik
het hier heb is Dirk De Boe, mede-bezieler van Edushock en auteur van het
recent verschenen boek Creashock. Ik had
het genoegen om het manuscript van Creashock al enkele maanden terug te lezen en moest toen al enige aandrang om enkele
leeservaringen te delen, onderdrukken. Toen ik enige tijd terug een finaal
exemplaar door Dirk kreeg toegestuurd en na een tweede lezing, lag de weg vrij
voor enkele reflecties.
Verwacht
geen grote creativiteitstheorieën in Creashock. De auteur brengt vooral eigen ervaringen
en vertaalt die in tips die je nog naar je hand kan, nee moet, zetten. Zo heb ik ze graag: geen voorgekauwde
kost, maar wel een pak ingrediënten en wat tips hoe je daar je eigen ‘gerechten’
mee kan maken. Voordat je denkt dat Dirk
De Boe met Creashock schaamteloos zou inspelen op de blijkbaar onvergankelijke
kookboekenhype, het boek bespeelt wel degelijk het thema creativiteit.
4
kernvragen komen daarbij aan bod:
- Hoe
krijg je zelf meer en betere ideeën?
- Hoe
kom je in een organisatie tot meer en betere ideeën?
-
Wat doe je met ideeën?
- En
last but not least: Wat ga je als lezer doen?
Als
je spreekt over creativiteit, kan je niet voorbij het opentrappen van enkele
openstaande deuren, zoals het belang van het onderbewuste en van het stellen
van vragen. Dat geldt ook in dit boek, maar dat stoort niet. De Boe koppelt daaraan
immers steeds enkele praktische tips: “tips om te durven doen”.
Het
hoofdstuk rond het creatiever maken van een organisatie is een aanrader voor elke kmo-bedrijfsleider. Ik ken alvast niet
zoveel mature kmo’s met een creativiteitsruimte en nochtans vraagt dat niet
eens zoveel middelen. Het ideeënforum is
vaak een ander heikel punt bij bedrijven, niet zelden op basis van negatieve
ervaringen uit een ver verleden met ideeënbussen die een eigen leven gingen
leiden, lees vervelden tot klachtenbussen. Dirk De Boe pleit hier voor
volledige transparantie waarbij nieuwe
ideeën direct feedback krijgen en die feedback ook wordt gedeeld met de ganse
organisatie. Een beetje vergelijkbaar met enkele methodes bij kmo’s die in deze
blog al aan bod kwamen, bv. de miseriebarometer.
Een andere belangrijke pijler die de
auteur aanraakt is die van snelle prototyping. Het is beter om snel nieuwe
ideeën op kleine schaal uit te testen omdat zo’n prototype een veel sterkere
overtuigingskracht heeft dan een idee op een powerpoint. Dat geldt ook voor medewerkers
binnen een bedrijf die te vaak geremd worden in initiatief door hun
leidinggevende. Een prachtige stelling in het boek is die van Rudy Provoost: ‘Ik
vraag nooit toestemming. Ze houden je wel tegen als je te ver gaat.’ Blij om te
lezen trouwens dat ook bij Philips aanbrengers van goede ideeën niet worden
beloond met bankbiljetten, maar wel door een voucher waarmee ze samen met hun
team eens goed kunnen gaan eten. Als je team dankzij jou kan gaan eten, kan dat
tellen qua voldoening en stimuleer je meteen ook de teamleden om ook creatieve
ideeën aan te brengen.
Het
boek is een idea booster op zich, maar geeft ook een rits idea boosters cadeau,
stellingen die de status-quo binnen een organisatie tackelen. Mijn favoriet is
alvast: “Meer onderzoek nodig? Tut tut tut: vooruit met de geit”. Teveel goede
ideeën in verschillende bedrijven zitten immers nog steeds in de wachtkamer om
onderzocht te worden.
Creashock leest als een Start to be Creative.
Veel laagdrempeliger kan een boek over creativiteit niet zijn. Dat maakt
het meteen een erg toegankelijk boek voor kmo’s. Maar ook als creativiteit een kernelement is
in je dagelijkse job, blijft dit boek inspirerend. Ik voel met dus aangesproken
door de laatste open vraag: ‘Wat ga jij doen’…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten