Lemmingengedrag... Het woord viel afgelopen dagen in een reportage over de Franse Presidentsverkiezingen. Mensen vertonen lemmingengedrag als ze populaire opinies volgen zonder ze zelf kritisch in vraag te stellen. De geschiedenis maakt voldoende duidelijk waartoe lemmingengedrag kan leiden. Mijn biologische kennis over lemmingen is allicht ergens blijven liggen in de boekenkast van klas Moderne 3a in het Sint-Aloysiuscollege te Geel, want mij was niet duidelijk waarom de lemming aan de bron ligt van dit sociale fenomeen. Ik heb het dan maar even opgezocht en het dient gezegd: de lemming heeft de geschiedenis al wat beroerd.
Aan de bron van de menselijke interesse voor deze woelmuis ligt een sterke fluctuatie in haar populatie en dat op erg korte tijden. De meest gekke theorieën zijn gerezen uit creatieve breinen om deze schommelingen te verklaren. In de 16de eeuw stelde de geograaf Zeigler of Strasbourg dat de lemmingen uit de lucht vielen bij zware winterstormen en dan sneuvelden bij het groeien van het eerste lentegras. In de 17de eeuw waren de wetenschappers al wat 'slimmer'. De Deense fysicus Ole Worm kwam tot de conclusie dat die lemmingen wel uit de lucht konden vallen, maar enkel doordat ze met de wind werden meegevoerd en niet door spontane metereologische creatie zoals die domme Zeigler dacht.
En de zinsverbijstering gaat verder in de 20ste eeuw. In een Disney (docu)film uit 1958 (White Wilderness) springen hordes lemmingen gezamenlijk van de Noorse kliffen als ze migreren omwille van voedselschaarste. Los van het feit dat ze daardoor weer uit de lucht leken te vallen, ontstond hier ook het misverstand dat lemmingen mekaar volgen, ongeacht de gevolgen. Dat de beestjes buiten beeld door de crew "gewoon" van de klif werden geduwd, werd pas later duidelijk. Gaia was nog veraf in de jaren '60...Maar de reputatie van de lemmingen was gevormd. Anno 1990 kwam 'Lemmings' op de markt, een computerspel waarin de mythe verder werd versterkt. U raadt het al: de lemmingen lopen netjes achter mekaar in dit spel.
De biologie heeft haar rechten, dus ik stel voor om lemmingengedrag uit onze woordenschat te schrappen. Het doet oneer aan die prachtige woelmuizen. Helaas, de kans is klein dat mijn oproep gehoor vindt. Meer nog, als je er begint op te letten, is lemmingengedrag nooit ver weg in de maatschappij, ook niet bij innovatie, of wat daar soms verkeerdelijk wordt onder verstaan. Wanneer wordt een bedrijf vaak geprikkeld door innovatie? Pas als het vaststelt dat een collega-bedrijf succesvol is door te innoveren met een nieuwe dienst, een nieuw product, een nieuw businessmodel...Nu is er niks mis met slim kopiëren. Maar te vaak blijft het gewoon bij kopiëren of worst case bij slecht kopiëren. "Good artists copy, great artists steal" , zei Picasso. Originele covers zijn meestal succesvoller dan covers die krampachtig het origineel trachten te imiteren omdat het ooit succesvol was. Bij innovatie is het niet anders...
Ik ben u nog het antwoord schuldig, waarom lemmingen dan toch sterk in populatie fluctueren. Uiteraard omdat ze slimmer zijn dan wij altijd menen te denken over de gemiddelde fauna op deze aardbol. In realiteit resulteert de sterke frequentie in hun aantal immers doordat ze hun voortplanting aanpassen aan de omgeving. In tijden van schaarste daalt hun aantal, in tijden van overvloed stijgt het. Over 'wendbaarheid' gesproken...
Deze no-nonsense blog haalt inspiratie uit contacten met veel interessante ondernemers en eigen ervaring en legt daarbij de brug naar innovatie en ondernemerschap. De natuur is daarbij nooit ver weg.
woensdag 25 april 2012
woensdag 18 april 2012
Innoveren zoals een reverse-transcriptase enzyme ...
Als er ergens in de coulissen van uw curriculum iets staat over biotechnologie, heeft het reverse-transcriptase voor u allicht geen geheimen. Maar we hebben niet allemaal het genot gehad om ondergedompeld te worden in de wereld van dit enzyme. En laat ons duidelijk zijn: er zijn nog andere wellness baden voor de geest dan die van de biotechnologie. Enige introductie op de wondere wereld van het reverse-transcriptase kan dus vermoedelijk geen kwaad. En daartoe moet ik het eerst even hebben over het transcriptie-enzyme (moeilijker wordt het niet: beloofd). Dat verzekert bij planten, dieren en mensen dat DNA materiaal, waarin de erfelijke informatie ligt opgeslagen, wordt gekopieerd naar RNA. Dat RNA wordt dan op haar beurt vertaald naar eiwitten. Dit proces is de kern van leven. Best een geniaal systeem en niet voor niets is dat doorheen de sterke evolutie van onze soort toch vrij constant gebleven. Een voorbeeld van een product met een erg lange levenscyclus, waardoor innovatie wat minder noodzakelijk wordt. Maar het is de uitzondering op de regel...
Met diverse verhalen over Ebola, H5N1,...zal het u allicht ook wel opgevallen zijn dat onze kans op overleven niet meer afhangt van een Close Encounter met een viervoetige vijand, maar wel van onzichtbare vijanden: de virussen Ik weet niet of er sprake is van een toepassing van Biomimicry, maar ook in de militaire technologie lijkt die miniaturisering ingetreden. Waar vroeger het motto leek, hoe zwaarder de vliegtuigen en bommen hoe beter, is in de era van de Drones klein en doelgericht het kernwoord.
Een specifieke soort van virussen zijn de Retrovirussen, waarvan HIV een voorbeeld is. Retrovirussen slagen hun erfelijk materiaal op in hun RNA in plaats van het DNA zoals bij de mens. En ze beschikken niet over de mogelijkheid om dat RNA zelf te repliceren, waardoor ze zich niet kunnen uitbreiden. Dat brengt hun wel in een erg zwakke positie in de markt. Vergelijk het met de uitvinder die een goed idee heeft, maar niet de middelen om dat idee om te zetten in een vermarktbaar product op een schaal die levensvatbaarheid garandeert. Een zichzelf respecterende value investor haalt zijn neus op voor zo'n business case. Het retrovirus beschikt wel over een enzyme dat RNA kan omzetten in DNA. Maar dat DNA heeft geen functie, noch een kans op overleven an sich...
Geen virus overboord echter. Op een doordeweekse dag moet een geniaal virus het idee hebben opgevat dat wie te klein is om zelf iets nieuws in de markt te zetten, best een partner zoekt. Het drong zich op aan een menselijke gastcel, zette daar haar RNA om in DNA en bouwde dit in het genoom van de gastcel in. Die gastcel was zich van geen kwaad bewust en startte volop de productie van virus-RNA op. Waar ze hoopte dat de relatie in een win-win zou eindigen, bleek het virus RNA zich viraal te verspreiden, een proces dat door de gastheer niet meer omkeerbaar was.
Voor één keer zijn er meer bruggen naar innovatie. Laat ons beginnen met de positieve metafoor. Het creatief idee als retrovirus in de organisatie. Ideeën in embryonale fase lijken vaak een kort leven beschoren. Transcriptie-enzymes die ideeën vertalen naar concrete innovaties lopen meestal niet dik in organisaties. Maar de echt valabele retrovirussen zoeken een creatieve uitweg en zorgen ervoor dat ideeën kleinschalig de organisatie insijpelen om dan geleidelijk aan terrein te winnen tot er geen terugweg meer mogelijk is voor de moederorganisatie. Intern entrepreneurship zal voor toekomstige organisaties veel belangrijker worden dan de daadkracht van de ondernemer zelf.
Er is echter ook een negatieve interpretatie mogelijk. Zonder een goede management van ideeën in organisaties riskeren nieuwe ideeën, als ze ondoordacht aangepakt worden, de organisatie te kelderen. Enig kannibalisme en creatieve destructie kan geen kwaad, maar als het retrovirus haar gastheer doodt, gaat ze ook geen rooskleurige toekomst tegemoet...
Met diverse verhalen over Ebola, H5N1,...zal het u allicht ook wel opgevallen zijn dat onze kans op overleven niet meer afhangt van een Close Encounter met een viervoetige vijand, maar wel van onzichtbare vijanden: de virussen Ik weet niet of er sprake is van een toepassing van Biomimicry, maar ook in de militaire technologie lijkt die miniaturisering ingetreden. Waar vroeger het motto leek, hoe zwaarder de vliegtuigen en bommen hoe beter, is in de era van de Drones klein en doelgericht het kernwoord.
Een specifieke soort van virussen zijn de Retrovirussen, waarvan HIV een voorbeeld is. Retrovirussen slagen hun erfelijk materiaal op in hun RNA in plaats van het DNA zoals bij de mens. En ze beschikken niet over de mogelijkheid om dat RNA zelf te repliceren, waardoor ze zich niet kunnen uitbreiden. Dat brengt hun wel in een erg zwakke positie in de markt. Vergelijk het met de uitvinder die een goed idee heeft, maar niet de middelen om dat idee om te zetten in een vermarktbaar product op een schaal die levensvatbaarheid garandeert. Een zichzelf respecterende value investor haalt zijn neus op voor zo'n business case. Het retrovirus beschikt wel over een enzyme dat RNA kan omzetten in DNA. Maar dat DNA heeft geen functie, noch een kans op overleven an sich...
Geen virus overboord echter. Op een doordeweekse dag moet een geniaal virus het idee hebben opgevat dat wie te klein is om zelf iets nieuws in de markt te zetten, best een partner zoekt. Het drong zich op aan een menselijke gastcel, zette daar haar RNA om in DNA en bouwde dit in het genoom van de gastcel in. Die gastcel was zich van geen kwaad bewust en startte volop de productie van virus-RNA op. Waar ze hoopte dat de relatie in een win-win zou eindigen, bleek het virus RNA zich viraal te verspreiden, een proces dat door de gastheer niet meer omkeerbaar was.
Voor één keer zijn er meer bruggen naar innovatie. Laat ons beginnen met de positieve metafoor. Het creatief idee als retrovirus in de organisatie. Ideeën in embryonale fase lijken vaak een kort leven beschoren. Transcriptie-enzymes die ideeën vertalen naar concrete innovaties lopen meestal niet dik in organisaties. Maar de echt valabele retrovirussen zoeken een creatieve uitweg en zorgen ervoor dat ideeën kleinschalig de organisatie insijpelen om dan geleidelijk aan terrein te winnen tot er geen terugweg meer mogelijk is voor de moederorganisatie. Intern entrepreneurship zal voor toekomstige organisaties veel belangrijker worden dan de daadkracht van de ondernemer zelf.
Er is echter ook een negatieve interpretatie mogelijk. Zonder een goede management van ideeën in organisaties riskeren nieuwe ideeën, als ze ondoordacht aangepakt worden, de organisatie te kelderen. Enig kannibalisme en creatieve destructie kan geen kwaad, maar als het retrovirus haar gastheer doodt, gaat ze ook geen rooskleurige toekomst tegemoet...
woensdag 11 april 2012
Meer nood aan Socratische Dialogen binnen innovatieproces...
Afgelopen zaterdag woonde ik een concert bij van Willem Vermandere. Gespekt door een sappig West-Vlaamse tongval gaf Vermandere, die naast zanger ook beeldhouwer, schilder, schrijver maar ook filosoof is, zijn eigen interpretatie van het Paasverhaal. Tijdens zijn filosofische bespiegelingen dwaalden mijn gedachten even af naar het gezegende jaar 1992, meerbepaald naar de cursus filosofie van Prof. Decorte. In een era waarin de grijze hersenmassa vooral werd gepijnigd met differentialen en integralen, keek ik altijd uit naar het schamele wekelijkse uur filosofie. De manier waarop Professor Decorte ons inwijdde in ethische afwegingen, in de betekenis van de menselijke geschiedenis en in het benaderen van logische problemen (hij moet gedacht hebben dat hij bij die ingenieurs toch best de brug naar de wiskunde legde) is me altijd bijgebleven. Wist ik veel dat hij in één van zijn lessen eigenlijk één van de pijlers uitlegde van een goed innovatiemanagement: de Socratische dialoog...
De Socratische Dialoog wordt gedefinieerd als een literair prozagenre, ontwikkeld in Griekenland rond 400 v.Chr. Vooral Plato is gekend door zijn talrijke Socratische dialogen. Plato was zelf leerling van Socrates die dan weer beschouwd wordt als de grondlegger van de Westerse Filosofie. Vermoedelijk zijn de Socratische Dialogen of de Socratische Methode dus gebaseerd op de handelswijze van de Meester zelf. De kern van de Socratische Dialoog is dat Socrates zich steeds voordoet als een eenvoudige man die bekent dat hij weinig kennis bezit. Daar tegenover staat zijn gesprekspartner die zich veelal als expert voordoet in een bepaald domein. Socrates gaat altijd even mee in de argumentatie van zijn gesprekspartner. Vervolgens geeft hij tegenargumenten om zijn gesprekspartner te laten beseffen dat hij erg inconsequente opvattingen heeft. Eens die inziet dat hij de bal misslaat, begint Socrates vragen te stellen die zijn gesprekspartner op een hoger kennisniveau brengen, hoewel Socrates zelf geen enkel antwoord geeft.
Tot daar het Oude Griekenland. Laat ons dat nu eens vertalen naar het moderne bedrijfsleven. Vraag die elke ondernemer en manager zich kan stellen is: 'gedraag ik mij als Socrates of als Socrate zijn gesprekspartner'. Binnen de populatie van de 100-den bedrijfsleiders die ik de afgelopen 15 jaar ontmoet heb, zaten er zeker Socrates-adepten, al wisten ze het zelf niet. Het is het type bedrijfsleider waarbij je op het eerste gezicht denkt: 'hoe is die "simpele" in staat geweest om een bedrijf uit de grond te stampen'. Maar wat die "simpele" juist sterk maakt is dat zij haar grote kennis niet etaleert. Ze vermijdt zo dat ze haar medewerkers overwoekert. Integendeel, door vragen te stellen waar ze zelf het antwoord op kent, geeft ze die medewerkers alle ruimte om zichzelf te ontplooien en zich nieuwe kennis eigen te maken. Wat een verschil met de ondernemer of manager die kost wat kost wil bewijzen dat hij de slimste van het bedrijf is. Gevolg: het onkruid overwoekert de bloemen...
Dat verschil in leiderschapstijl heeft nogal wat impact op de innovatiecultuur in een bedrijf. Een aangenaam neveneffect van leiderschap geënt op een Socratische Dialoog is dat medewerkers continu aangepord worden om hun eigen creativiteit te gebruiken en niet terug te vallen op kennis of ervaring. Die laatste wordt immers niet zelden overschat en is daardoor vaak het slot op de deur naar nieuwe inzichten. Als daarnaast de manager ook nog rondloopt als een orakel en een antwoord klaar heeft voor elke vraag, is de weg geplaveid naar een organisatie van schapen om het met de treffende metafoor van Jef Staes te zeggen. Met schapen heb ik weinig, maar met muziek des te meer. Een wijze dirigent zei ooit dat de kunst van het dirigeren inhoudt dat je het stokje achterwege kunt laten om het orkest niet in verlegenheid te brengen...
Nu, niemand zegt dat het gemakkelijk is om al die kennis waarover je ongetwijfeld beschikt niet te etaleren om je eigen team te versterken. Socrates stierf door de gifbeker...
De Socratische Dialoog wordt gedefinieerd als een literair prozagenre, ontwikkeld in Griekenland rond 400 v.Chr. Vooral Plato is gekend door zijn talrijke Socratische dialogen. Plato was zelf leerling van Socrates die dan weer beschouwd wordt als de grondlegger van de Westerse Filosofie. Vermoedelijk zijn de Socratische Dialogen of de Socratische Methode dus gebaseerd op de handelswijze van de Meester zelf. De kern van de Socratische Dialoog is dat Socrates zich steeds voordoet als een eenvoudige man die bekent dat hij weinig kennis bezit. Daar tegenover staat zijn gesprekspartner die zich veelal als expert voordoet in een bepaald domein. Socrates gaat altijd even mee in de argumentatie van zijn gesprekspartner. Vervolgens geeft hij tegenargumenten om zijn gesprekspartner te laten beseffen dat hij erg inconsequente opvattingen heeft. Eens die inziet dat hij de bal misslaat, begint Socrates vragen te stellen die zijn gesprekspartner op een hoger kennisniveau brengen, hoewel Socrates zelf geen enkel antwoord geeft.
Tot daar het Oude Griekenland. Laat ons dat nu eens vertalen naar het moderne bedrijfsleven. Vraag die elke ondernemer en manager zich kan stellen is: 'gedraag ik mij als Socrates of als Socrate zijn gesprekspartner'. Binnen de populatie van de 100-den bedrijfsleiders die ik de afgelopen 15 jaar ontmoet heb, zaten er zeker Socrates-adepten, al wisten ze het zelf niet. Het is het type bedrijfsleider waarbij je op het eerste gezicht denkt: 'hoe is die "simpele" in staat geweest om een bedrijf uit de grond te stampen'. Maar wat die "simpele" juist sterk maakt is dat zij haar grote kennis niet etaleert. Ze vermijdt zo dat ze haar medewerkers overwoekert. Integendeel, door vragen te stellen waar ze zelf het antwoord op kent, geeft ze die medewerkers alle ruimte om zichzelf te ontplooien en zich nieuwe kennis eigen te maken. Wat een verschil met de ondernemer of manager die kost wat kost wil bewijzen dat hij de slimste van het bedrijf is. Gevolg: het onkruid overwoekert de bloemen...
Dat verschil in leiderschapstijl heeft nogal wat impact op de innovatiecultuur in een bedrijf. Een aangenaam neveneffect van leiderschap geënt op een Socratische Dialoog is dat medewerkers continu aangepord worden om hun eigen creativiteit te gebruiken en niet terug te vallen op kennis of ervaring. Die laatste wordt immers niet zelden overschat en is daardoor vaak het slot op de deur naar nieuwe inzichten. Als daarnaast de manager ook nog rondloopt als een orakel en een antwoord klaar heeft voor elke vraag, is de weg geplaveid naar een organisatie van schapen om het met de treffende metafoor van Jef Staes te zeggen. Met schapen heb ik weinig, maar met muziek des te meer. Een wijze dirigent zei ooit dat de kunst van het dirigeren inhoudt dat je het stokje achterwege kunt laten om het orkest niet in verlegenheid te brengen...
Nu, niemand zegt dat het gemakkelijk is om al die kennis waarover je ongetwijfeld beschikt niet te etaleren om je eigen team te versterken. Socrates stierf door de gifbeker...
Abonneren op:
Posts (Atom)