Vooraleer het over oplossingen te hebben, is het verstandig om de huidige situatie te analyseren. De verdeling van de Belgische uitstoot aan CO2-equivalenten over de verschillende toepassingen is als volgt qua ordegrootte:
- Industrie: 34%
- Transport: 22%
- Verwarming: 18%
- Elektriciteit: 13%
- Landbouw: 10% (vooral via methaan waarbij 1 kg methaan overeenkomt met 25 kg CO2 equivalent)
Elke Belg produceert gemiddeld 8 ton CO2 uitstoot in België zelf, waar het wereldgemiddeld op 4,5 ton ligt en het Europees gemiddelde op 6 ton. De nationale uitstoot bedraagt 115,3 ton CO2 equivalent. Aanvullend importeren we nog eens zo’n 57 Mton. De totale balans bedraagt dus 172 Mton. De nucleaire afbouw zou daar een 11,8 Mton extra aan toevoegen. Het boekt stelt oplossingen voorop richting een reductie van CO2 equivalent uitstoot ruim 50% tegen 2030 en 100% tegen 2050. Dat laatste is in lijn met de ambitie van de EU. Noels gaat daarbij uit van de hypothese dat degrowth geen oplossing biedt. In eerste instantie omdat degrowth op zich veel te weinig impact zou hebben. Periodes van degrowth na de financiële crisis en tijdens corona illustreren dat de impact op CO2 uitstoot beperkt is tot een paar %. Een groeiende welvaart zal ook nodig zijn om burgers te motiveren om gedragswijzigingen te vertonen. Anders ontstaat het risico op apathie en doemdenken. Het boek moet gelezen worden met die hypothese in het achterhoofd. Hypothese omdat het boek zelf niet echt ingaat op de wetenschappelijke onderbouwing van die stelling. Ik ben de hypothese dat groei oplossingen brengt uiteraard niet ongenegen, maar de discussie tussen growth of degrowth al driver voor oplossingen laat zich niet herleiden tot zwart-wit. Het is maar de vraag waar je de groei wil mee realiseren. Dat is voer voor een boek op zich.
Maar laat ons even door de verschillende domeinen en voorgestelde oplossingen lopen.
Elektriciteit
Elektrificatie
is een belangrijk pijler in de vergroening van de energiebehoefte. Het
planbureau schat in dat we tegen 2050 3 keer meer stroom nodig zullen hebben in
België. De uitdaging voor CO2 vrije stroomproductie is dus enorm. Vlaanderen is
een voorloper op vlak van offshore windproductie, met nu reeds een
vermogen van 2 GW en een verder potentieel tot 8 GW. Offshore omvat nu al 7% van
onze elektriciteitsproductie, onshore slechts 4 %. Offshore kan dit aandeel
verhogen tot 17% in 2030.
In
2021 lag er voor 5 GW aan zonnepanelen op gebouwen. Moesten alle daken
gevuld worden met panelen zouden we aan 100 GW komen. Met nieuwe PV technologie zou je ook zonnecellen
kunnen integreren en gevels en neemt het potentieel verder toe. Zonne-energie
is hernieuwbaar, maar zonnepanelen momenteel niet. Het toont het belang van systemisch denken bij duurzaamheid aan. Oplossing voor circulaire
panelen worden dus belangrijk. Een niche waarin België zich kan manifesteren
zijn drijvende zonnepanelen op zee en het combineren van landbouw en energieproductie
via de zon (agri-PV). Het 2030 scenario
dat Noels vooropstelt impliceert dat 28% van onze energiemix van de zon komt,
een besparing van meer dan 6 Mton aan CO2 tegenover het referentiescenario.
Iets
wat polariseert in de energiemix is nucleaire energie. De klimaatverandering
brengt die energieproductie in een ander daglicht. Wereldwijd wordt 10% van de
energie geproduceerd door nucleaire energie. Die energieproductie overzetten op
fossiele brandstoffen, ook al is het maar tijdelijk, zou tot een versnelling
van de klimaatverandering leiden. Kernenergie
is risicovol: de impact bij een ongeluk kan groot zijn. Maar de fossiele brandstoffen
maken ook veel slachtoffers (fijn stof, opwarming met veel hittedoden,…). Met
SCK hebben we een wereldwijd gerenommeerd onderzoekscentrum. Het zou zonde zijn
die kennis af te bouwen, temeer daar ze niet alleen in de energiemix belangrijk
is, maar ook voor medische toepassingen. Het CO2 besparingspotentieel bedraagt volgens het boek 4,4
mton als er naast de 10 jarige verlenging van de jongste centrales nog 1 GW
extra aan nucleaire behouden blijft.
Al
die hernieuwbare energie vraagt natuurlijk opslagcapaciteit. Drie dagen zonder
zon en wind overwinnen, zou betekenen aan de huidige prijzen dat er in België
voor 88 miljard aan batterijen nodig is. Het is niet voor niks dat er steeds meer investeringen gebeuren in batterijparken. Het spreekt voor zich dat toepassingen
tot vehicle-to-grid en internationale verbindingen tussen landen nodig zijn om
die kost beheersbaarder te maken.
Interessant
weetje is dat digitalisering van onze maatschappij een energiekost heeft. In 2021 ging 3% van het wereldwijde
energieverbruik naar datacenters. De oproepen om doordachter om te
springen met het bewaren van filmpjes die we toch niet meer bekijken, kan je in dat perspectief plaatsen. Zelfs wat
minder mensen cc zetten van je mails, helpt niet alleen tijd besparen maar ook energie dus.
Industrie
Het grootste besparingspotentieel komt in de industrie van circulariteit en van het opvangen van koolstof, respectievelijk met een CO2 besparingspotentieel van 6,5 Mton en 9 Mton. CO2 opslag is ook een polariserende oplossing. Sommigen vergelijken het met storten van afval. Nochtans is het idee van een opslag in afwachting van technologie die de CO2 energie-efficiënt kan converteren niet zo gek. Lege gasvelden of zoutcavernes kunnen daartoe gebruikt worden. De stap naar gebruik van de CO2 voor nieuwe synthesepaden via groene waterstof is reëel, ook nu al. Samenwerking met Afrikaanse landen is daartoe nodig: het aantal zonne-uren is nu eenmaal niet gelijkmatig verdeeld over de aardbol.
De nood aan meer circulariteit in ons economische model staat buiten kijf. Op korte termijn zijn daarbij veel CO2 winsten te rapen in de waardeketen van staal, cement en kunststoffen. Mechanische en chemische recyclage vullen mekaar daarbij aan. Belangrijkste uitdaging is het vormen van kringen tussen bedrijven. De dominantie van China in de verwerking van groene grondstoffen is daarbij nog indrukwekkender dan gedacht, zowel op vlak van zeldzame aardmetalen, cobalt, koper, nikkel en lithium (2/3 wereldmarkt). Noels geeft aan dat de overheid een sleutelrol te spelen heeft in de circulaire transitie, met bijzondere aandacht voor productontwerp, de overstap van onderzoek naar implementatie via o.a. proeftuinen, infrastructuurprojecten en regelluwe zones en aangepaste wetgeving als certificatie. VLAIO onderneemt daarbij in elk geval stappen om circulaire economie sterker te ondersteunen binnen generieke subsidie-instrumenten als de KMO Groeisubsidie en het opzetten van livings labs om waardeketens circulair te (her)vormen.
Vermindering van (lekken van) fluorgassen lijken een niche oplossing. Het potentieel is kleiner, maar een besparingspotentieel van 1,6 Mton CO2 is toch niet niks. Dat heeft veel te maken met het feit dat ze 1000den tot 10000den keer sterker zijn qua broeikasgas dan CO2. Daar krabt een mens van achter z’n oor. Anders gezegd: als de volledige inhoud van een mobiele airco lekt, komt dat qua CO2 equivalent overeen met twee trips van Brussel naar NY en terug met het vliegtuig.
Op
massabasis is waterstof een schitterende energiedrager met 2,5 keer meer
energie-inhoud dan fossiele brandstof. Alleen pakt het natuurlijk veel volume
in bij standaard drukken. Voor productie van synthetische moleculen kan waterstof
een aardig alternatief zijn voor olie en gas. E-methaan wordt al veel geproduceerd,
maar om het vloeibaar te maken moet je onder -162°C gaan. E-methanol biedt wat
dat betreft meer perspectieven. E-ammoniak biedt mogelijkheden voor productie
van kunstmeststoffen. Met Waterstofnet
ondersteunen we vanuit VLAIO in Vlaanderen een sterk ecosysteem van organisaties die
actief zijn in het waardenetwerk van waterstof met compressors, eletrolysers,
opslagvaten,… Een potentieel van 2 Mton CO2 besparing biedt zich aan tegen
2030.
Warmte
creëren is een belangrijke gebruiker van fossiele brandstoffen. Temperaturen tot
200°C kunnen bereikt worden via industriële warmtepompen. Uitdaging is
dat ruim 50% van de warmtevraag boven de 500°C zit. Nieuwe ontwikkelingen zoals
elektrische krakers zitten nog in basisonderzoek. Noels geeft aan de overheid
een aantal tips om het elektrificatieproces in de industrie te stimuleren: duidelijke
doelen zetten die investeringszekerheid bieden, niet alleen aandacht
voor onderzoek, maar ook voor implementatie, verzekeren van beschikbaarheid van
elektriciteitsnoden en de arbeidsmarkt laten evolueren in lijn met de
energietransitie.
Transport
& mobiliteit
Wereldwijd
is twee derde van de gewonnen olie bestemd voor auto’s en vrachtwagens. Dat zet
de teneur van het belang van dit domein. Er gaat bij klimaatactivisten veel
aandacht naar vliegen, maar dat draagt maar 2,5% bij aan de totale CO2
uitstoot. Op grote hoogte is die impact wel groter én uiteraard gebeurt die
bijdrage door een zeer klein percentage van de wereldbevolking. Inclusiviteit is een niet te onderschatten uitdaging bij de aanpak van klimaatverandering. Vliegtuigen
warmen de aarde daardoor eerder op als een wok dan een oven. De scheepvaart is ook ‘slechts’ voor 3%
verantwoordelijk voor de globale CO2 uitstoot.
Een elektrische
wagen stoot 3 keer minder CO2 uit bij de huidige energiemix. Moest alle
elektriciteitsproductie groen zijn, dan daalt dat tot 7 keer minder. Een
transitie naar een elektrisch wagenpark vraagt echter veel laadinfra en stroom. Nederland
kent 3 elektrische wagens per laadpunt, België 427 en dat komt niet door het groter
aantal e-wagens in België. E-wagens zijn ook nog niet voor iedereen
toegankelijk. Hoewel de batterijkost op 30 jaar daalde met 97% en de laatste 10
jaar zelfs al met 80%, betaal je voor een batterij van 65 kWh nog altijd ruim
8700 EUR. Het toepassen van vehicle-to-grid en vehicle-to-home kan wel zorgen
voor een opbrengstenbron van die batterij. Zo’n wagenbatterij kan perfect het
verbruik ’s avonds en ’s nachts opvangen van een huis. Meer e-wagens betekent
meer stroomverbruik voor transport. Als 28% van de wagens elektrisch is, stijgt
de vraag naar stroom met 4,5%. Als alle wagens elektrisch zijn, neemt de vraag
met 20% toe. Daarom is het ook belangrijk om andere vormen van mobiliteit goed
voor ogen te houden, zoals publiek transport en zeker ook deelsystemen. Gewoon elke diesel of benzinetank vervangen door een batterij is niet de oplossing. Het is ook zaak om het materiaal dat in een wagen kruipt veel effectiever te benutten.
Noels
is een fervent fietser, dus niet helemaal verwonderlijk dat hij oog heeft voor fietsinfra.
Gelukkig maar. Nog werk aan de winkel in Vlaanderen qua uitbouw van fietsinfrastructuur.
Als we voor kortere afstanden evenveel de fiets zouden nemen als Nederlanders,
ligt een besparing van 3,3 Mton CO2 om de hoek voor het grijpen.
Zoals
hoger vermeld is de impact van vliegen niet verwaarloosbaar als we ze
bekijken per kop die er gebruik van maakt. Alternatieve brandstoffen als e-kerosine,
elektrisch vliegen en biokerosine zitten in onderzoeksfase. Het was me niet
duidelijk waarom kerosine niet belast wordt. Dit boek leert me dat na het
beëindigen van WO2 de Chicago Conventie besliste dat luchtvaart belangrijk was
om de vrede te handhaven. Het brengt culturen met mekaar in contact en dat
stimuleert wederzijds begrip. Elk tijdperk heeft zo zijn prioriteiten. Voor goederen transport is scheepvaart
veel CO2 vriendelijker dan vliegen: vliegtuigen stoten 50 keer meer CO2 uit per
kg goed per km. Batterijen blijven echter moeilijk in lucht- en scheepvaart: een kg
aan batterijen bevat 40 keer minder energie dan een kg fossiele brandstof.
Bebouwde
omgeving
Als
we kijken naar mogelijke besparingen binnen gebouwen, bieden energierenovaties
veruit het meeste potentieel. De verwarming van woningen is in België
verantwoordelijk voor 13% van de CO2 emissies in 2019. Een gemiddeld gezin
stoot 3300 kg aan broeikasgassen uit per jaar. De baksteen in de maag vergemakkelijkt de stap
naar renovatie niet echt. In Nederland is 30% van de woningen eigendom van
wooncorporaties die het renovatieproces sturen. Subsidies helpen maar deels en
creëren een Mattheuseffect: de rijken genieten ervan en de armen niet. Noels
pleit voor een gedifferentieerde aanpak met bullet leningen, terugbetaling op
basis van kostenbesparing tot renteloze leningen om iedereen mee te krijgen. Had ik al gezegd dat de duurzame transitie nood heeft aan innovatieve financieringsmodellen?
Warmtenetten
en warmtepompen hebben ook in Vlaanderen nog een groot potentieel van 2,6
Mt CO2 besparing tegen 2030. De ongebruikte restwarmte in België dekt 75% van
de energievraag voor ruimteverwarming en warm water. Dat is de theorie. Onze
ruimtelijke ordening leent zich niet zo goed tot warmtenetten buiten stedelijke
omgevingen. Maar een 30% van de warmtevraag invullen via stadsverwarming is
denkbaar. Klassieke geothermale geothermie beperkt zich qua toepassingen tot de Antwerpse Kempen
en het noorden van Limburg. Geothermie via gesloten systemen biedt ruimer in Vlaanderen
mogelijkheden, maar vraagt verdere ontwikkelingen.
Landbouw,
voeding en landgebruik
Van
de naar voor geschoven oplossingen in het boek staat een klimaatdieet met stip
op 1 met een potentiële besparing van 7,5 Mt CO2 tegen 2030. Noels schuift
daarbij geen vegetarisch of vegan naar voor, maar wel matiging in vlees en
kaas. Het tegengaan van voedselverlies brengt het totaal besparingspotentieel boven
11 Mt. Wat dat laatste betreft: moest voedselverlies een land zijn, dan zou het
na China en VS de grootste broeikas uitstoter zijn. Metaforen helpen om de grootte van de uitdaging te verhelderen. Het is een uitdaging waarbij gedragsaanpassing
misschien wel het moeilijkst zal zijn.
Precisielandbouw
is een domein waarin technologische innovatie niet stil staat. In tijden waarin
landbouwers onder druk staan door o.a. de stikstofproblematiek, is wel de vraag
in welke mate landbouwers qua investeringen deze mogelijkheden kunnen vertalen
naar hun eigen bedrijfsvoering. Ondersteuning zal daarbij nodig zijn, niet
alleen met geld.
Hand
in hand met de landbouw, zo zie ik dat toch, staat het belang van verwildering.
Bomen blijven een fantastische en goedkope vorm van CO2 opslag. Eén boom haalt
zo’n 1 kg CO2 uit de lucht jaarlijks (nvdr de waarheid is dat het sterk afhangt van het type boom). 33% van de opgeslagen koolstof zit in
veengebieden, terwijl die maar 3% van het landgebruik uitmaken. Het beschermen
van veengebieden is dus belangrijk. Boslandbouw biedt voor landbouwers een
potentieel dat ze wel zullen moeten durven exploreren. Verschillende jongere
landbouwers zijn daarmee al gestart. Landbouw is immers afhankelijk van
biodiversiteit. Maar ook tuinen, 12% van het landgebruik in Vlaanderen (!), vragen verwildering, weg van het groene gazon.
Zijn alle stellingen in het boek wetenschappelijk onderbouwd? Het zou een eigen gedegen analyse van de bronnen vragen. Het boek baseert zich in elk geval op data uit betrouwbare bronnen en komt dan via een reeks hypotheses tot een mogelijke impact van de voorgestelde oplossingen. Dat het net 20 oplossingen zijn catalogeer ik als marketing maar dat is ook niet de essentie. De oplossingen, te catalogeren onder 5 drivers (directe elektrificatie, groene moleculen, energie-efficiëntie, circulariteit en koolstofopslag) geven een mooi overzicht van wat mogelijk is. Voor vooruitgangsoptimisten onder ons gefundenes fressen om mee te werken aan een meer duurzame toekomst. Innovatie is daarbij een transversale driver. Niet alleen in de vorm van onderzoek. Noels beklemtoont terecht het belang van de vertaalslag van onderzoek naar implementatie. De klimaattransitie vraagt én innovatie én investeringen. Het boek nuanceert gelukkig regelmatig dat het niet alleen om technologische doorbraken draait. Nieuwe business modellen en gedragswijziging zijn een inherente voorwaarde bij innovaties om klimaatveranderingen aan te pakken, zowel qua mitigatie als adaptatie.
Als VLAIO zijn we met onze instrumenten en begeleiding actief binnen de 5 drivers. Uiteraard met de ondersteuning van onderzoek en ontwikkeling. Recent ook met specifieke programma’s rond circulaire economie en energietransitie, waarbij de laatste sterk inzet op het stimuleren van investeringen. De VLAIO bedrijfsadviseurs begeleiden daarbij ook bedrijven die voorop willen lopen in hun markt om duurzame technologie te integreren in hun eigen producten, processen en dienstenaanbod. Dit alles in een breed partnerschap met speerpuntclusters, kenniscentra en bedrijvenorganisaties. Met de missie ‘Vlaanderen CO2 neutraal tegen 2050’ is er een uitgesproken ambitie in Vlaanderen op langere termijn die een continuïteit van beleid zou moeten garanderen. De Europese Green Deal en afgeleide wetgeving blijft daarbij een belangrijke aanjager. Het boek illustreert mooi de troeven die er zijn in Vlaanderen. Laat ons ze vooral benutten…