Copyright Arthur Thiele |
Die mooie teamprestatie lijkt in schril contrast met het Ringelmann effect, bestudeerd door de gelijknamige Franse landbouwkundige in de 19de eeuw. Hij verrichte experimenten waarbij hij mensen alleen en in team liet trekken aan een koord verbonden met een dynamo. Naargelang het aantal mensen dat samen trok toenam, daalde de prestatie van elk teamlid apart steeds meer. Vanaf 8 personen trok iedereen nog maar op 50% van de prestatie dan alleen. Hoe groter het team en hoe minder zichtbaar de bijdrage van elk teamlid, hoe minder de gedrevenheid om bij te dragen. Psychologen verklaren dit effect als een afnemende motivatie als het resultaat van de individuele bijdrage minder duidelijk wordt. Als mensen het effect van hun eigen bijdrage niet meer zien, daalt de motivatie om sterk bij te dragen. In de meest extreme vorm leidt dat tot free riders die meesurfen op het succes veroorzaakt door de inspanningen van anderen.
Het Ringelmann effect wordt allicht de grootste uitdaging bij het aanpakken van de klimaatveranderingen. Ik merk frequent dat mensen de impact van hun eigen inspanningen voor een meer duurzaam consumptiepatroon in vraag stellen. De achterliggende argumentatie: 'mijn bijdrage is verwaarloosbaar, zowel in negatieve als positieve zin'. Als 1 van de ruim 7,5 miljard bewoners op deze aardkloot, lijken je inspanningen om bij te dragen tot het beheersen van onze impact op de klimaatverandering inderdaad verwaarloosbaar. Dat verandert evenwel als je de systeemgrenzen verkleint naar Vlaanderen, je eigen dorp, je eigen wijk, je straat, je gezin... Gemeenschappelijke doelen worden dan ineens wel afhankelijk van ieders bijdrage. De systeemgrens moet voldoende klein zijn zodat mensen hun bijdrage als relevant zien. Het is één van de redenen dat het lokale beleid en lokale communities zo'n belangrijke schakel zijn om mensen te enthousiasmeren tot actie. Dat is perfect vergelijkbaar met zingeving in het leven. Op wereldschaal bekeken zijn er weinig mensen die zonder overdrijven kunnen stellen dat ze een verschil maken.
Dezelfde uitdaging geldt voor een Ringelmann effect bij innovatie. Een startend bedrijf met een innovatie in bv. circulaire economie zal niet meteen grote impact hebben op het wereldwijde materiaalverbruik. Dat zou de motivatie van investeerders om in te stappen kunnen verminderen. De kans op schaling is immers een dominant criterium geworden in veel kapitaalmarkten. Het bedrijf impacteert echter wel lokale materiaalketens. Dat kan andere initiatieven binnen die ketens mogelijk maken.
De schaling en de creatie van impact gebeurt dus in het (eco)systeem door samenwerking en niet noodzakelijk door één bedrijf. Elk vanuit z'n eigen sterktes zonder daarom elk apart uit te groeien tot een gigantisch bedrijf. Ik heb me ooit laten vertellen dat de Finse scheepsbouw internationaal ooit sterk stond door een intense samenwerking tussen kmo's, elk vanuit hun eigen specialisatie. Het is een model dat Vlaanderen als kmo-regio kansen biedt in nieuwe toepassingen die zich door circulaire economie ontwikkelen. Reden dat we dat ook vanuit VLAIO ondersteunen door bijvoorbeeld de pijler duurzaam en circulair ondernemen. De laatste oproep van 2021 staat momenteel open. Meer info vind je hier. We helpen je graag op pad als je plannen hebt om stappen te zetten richting circulair ondernemen.