Terwijl de Corona pandemie nog twijfels om aan te sturen op verlengingen, staat een relance beleid in de startblokken. De Vlaamse economie zal meer digitaal en duurzaam worden met aandacht voor gezondheid als fundament voor een welvarende maatschappij. It’s all about the economy zoals een vroegere democratische president zei, wordt stilaan gelukkig meer “it’s all about impact”. Streven naar impact is de drijfveer als het gaat over een nalatenschap achterlaten. Onderliggend zitten daar meestal andere drijfveren achter: de wil om bij te dragen, de wil om geliefd te zijn, om gezien te worden, er bij te horen… Kaat Peeters vanuit haar ervaring bij de Sociale Innovatiefabriek en Omar Mohout vanuit zijn ervaring met start-ups en scale-ups en ondernemerschap in brede zin sloegen de handen in mekaar voor een boek dat een leidraad wil zijn om inputs om te zetten in impact. Positieve impact dan wel te verstaan, ingegeven door de Indiaanse wijsheid dat we de planeet lenen van onze kinderen en niet erven van onze ouders. Een korte samenvatting, waarbij eigen reflecties nooit veraf zijn.
Allicht is de tijdsgeest nooit beter geweest om te ondernemen met een
maatschappelijke impact. We zien bij VLAIO meer en meer bedrijven passeren die
innoveren in toepassingen gericht op een meer duurzame maatschappij. Sinds dit
jaar vertaalt zich dat trouwens ook in het honoreren van de maatschappelijke impact bij het bepalen van het valorisatiepotentieel van een project. Maatschappelijke innovatie vindt zo ook in het steuninstrumentarium zijn verdiende plaats. De 17 Sustainable Development Goals
van de Verenigde Naties bekijken kan volstaan om geïnspireerd te worden over de
mogelijkheden om te ondernemen met maatschappelijke impact. Of het nu gaat over
iedereen een waardig leven geven, te zorgen voor een gezonde planeet, de inclusie van iedereen in de
maatschappij verzekeren: er is nog veel te doen dus er zijn legio kansen om daartoe bij te
dragen via non-profit of profit activiteiten.
De vraag wat de nalatenschap van je organisatie/bedrijf is, daagt je uit
om voorbij de dagelijkse praktijk te denken. Missie of hoger doel of legacy: je
moet durven 20 à 30 jaar vooruitdenken om dat doel voldoende ambitieus te
poneren. Dat gaat dan van ‘een wereld zonder melaatsheid’ voor de Damiaanactie
tot ‘changing the way products are made’ voor Fairphone. Enige naïviteit is hierbij een beduidend betere raadgever dan cynisme.
Geen doen zonder een meetstaf. Impact meten is
moeilijker dan een winstpercentage op het einde van het jaar. Er bestaan
daartoe gelukkig wat hulpmiddelen zoals de database met metrics van de VN zelf: https://unstats.un.org/sdgs/indicators/database/
Het boek onderscheidt 6 stadia van impact: van negatieve impact tot het
niveau waar je echt werkt aan een nalatenschap. Kernelementen om te komen tot dat hoogste
niveau zijn een duidelijke strategie en missie die bijdraagt aan mensen en planeet en scaling van het model. Allicht de moeilijkste stap is die van scaling. Soms
gebeurt dat niet doordat het geen deel uitmaakt van de ambitie. Maar er zijn
zeker ook drempels die de wil tot scaling kunnen verminderen. Scalen van impact impliceert ook
werken aan het verlagen van de variabele kost per impact unit en het verhogen
van het aantal impact units. Een impact unit kan bijvoorbeeld een kind zijn dat
opleiding krijgt of het aantal geplante bomen of…
Een ander kernelement in de strategieën van de meeste organisatie die werken
aan maatschappelijke impact is samenwerking. Dat kan gaan over echte
partnerschappen, maar evenzeer over een goede adviesraad. Over de samenstelling
van die laatste geven de auteurs als tip mee om zeker de volgende profielen aan
boord te brengen: een accelerator met ervaring in scaling, iemand met financiële/fiscale/juridische
achtergrond en een domeinexpert. Triple Helix en quadrupel helix passeren al in
menige beleidsnota als leidend concept, maar in dit boek wordt er een 5de schakel
toegevoegd om tot een pentagram te komen: naast bedrijven, overheid, academische
wereld en burgers wordt ook de non-profit toegevoegd. Voor mij enigszins overbodig
want ik meen dat de non-profit zowel onder
de bedrijfskant valt als onder burgers die zich meer en meer organiseren in
structuren als vzw’s.
Maar terug over naar de uitdaging van het schalen. Je kan niet meer spreken over een start-up zonder scaling. Soms is dat ietwat overdreven, al geldt wel degelijk dat voor menig businessmodel dat bouwt op digitale technologie scaling een must is om tot een economisch rendabele business te komen. Naast scaling-up brengt het boek een aantal andere scaling strategieën in het spel:
- Scaling deep laat je toe om anderen te bereiken en te overtuigen over je ideeën. Dat kan je helpen om een stem te worden in het debat en impact te hebben op beleidsvoering, het kan ook resulteren in het bouwen van een community
- Scaling out maakt je beoogde impact transfereerbaar zonder dat je je eigen organisatie moet uitbreiden door bv. licenties te geven, het geven van training, consultancy tot een open source benadering. Dit model contrasteert tegenover het systeem van intellectuele eigendom dat een artificiële schaarste creëert.
- Scaling down of op tijd conclusies durven trekken als niet de beoogde impact bereikt kan worden. De schaarse tijd kan dan beter in een nieuw project gestoken worden.
Verwacht van dit boek geen gedetailleerd stap-voor-stap proces om een
impactvolle sociaal ondernemer te worden. Het daagt je wel uit om even stil te staan
bij wat je echt wil qua impact en welke strategieën daartoe kunnen bijdragen.