Het is zo'n 7 jaar geleden dat Marc Andreessen in The Wall Street Journal een essay schreef met al ronkende titel 'Why software is eating the world.' Wie die uitspraak nu nog over de tong laat gaan, in welke sector dan ook, moet beseffen dat hij spreekt in clichés. Er lopen ongetwijfeld nog species op deze planeet rond die lak hebben aan de impact van de digitalisering van onze maatschappij, maar het aantal binnen de soort Homo sapiens neemt zienderogen af. Software is in Internet of Things tijden wel veranderd door digitaal: de combinatie van software en hardware technologie, niet in het minst een diversiteit aan sensoren, zorgt nog voor een bijkomende versnelling in de industriële en maatschappelijke ommezwaai. Opvallend daarbij is natuurlijk dat de verschillen tussen bedrijven alsmaar kleiner lijken te worden, tenminste toch in hun kernactiviteiten. Het lijkt alsof iedereen probeert haar eigen platform te definiëren om daarrond een ecosysteem te bouwen of het wordt zo toch gedebiteerd. Voor minder start je toch geen bedrijf meer op. De marges zitten in het platform, minder in de gebruikers van het platform. Ja, business model innovatie is nog altijd en zelfs meer en meer een differentiator. Maar naargelang dit nieuwe, economische tijdperk vordert, geldt ook op dat vlak meer en meer het adagium: 'the devil is in the details'. Anders gezegd: het is niet omdat je zegt dat je een platform aanbiedt, dat je een effectieve strategie hebt om er ook een uit te bouwen en te laten groeien.
Wat er zich nu in veel sectoren afspeelt is een knap staaltje van convergente evolutie. Iets wat de natuur al langer in de vingers heeft uiteraard. Het is een verschijnsel dat door creationisten wel eens wordt aangehaald in een hopeloze poging om de evolutieleer zelf te ontkrachten. Convergente evolutie resulteert immers tot de ontwikkelingen van gelijkaardige kenmerken bij taxonomische groepen die niet verwant zijn. Ha zeggen de creationisten: zie je wel dat het geen toeval is. Creationist en hopeloos: een pleonasme is niet ver weg. Een paar voorbeelden van convergente evolutie in de natuur: het potentieel om te vliegen bij insecten, vleermuizen en vogels en de gevolgen daarvan op de stroomlijning van de lichaamsvorm, het gebruik van echolocatie bij dolfijnen en vleermuizen,... Op zich is dit niet erg verwonderlijk. De basis van de evolutietheorie is immers natuurlijke selectie en het is dus begrijpbaar dat verschillende soorten zich beroepen op voordelige kenmerken om te overleven in een vergelijkbaar milieu. Convergentie evolutie zie je ook in het economische landschap. Telecomproviders, boekhouders, mobiliteitsaanbieders, banken, autoproducenten,... ze kenmerken zich in hun evolutie allemaal door het omarmen van digitale technologie en het uitbouwen van digitale diensten ook al doen ze dat in verschillende omgevingen/markten. In veel sectoren begeven start-ups vanuit hun digitale know-how zich in diverse sectoren en maken bedrijven in die sectoren de omgekeerde beweging of proberen ze dat toch te doen.
Convergente evolutie wordt wel eens aangegrepen om te concluderen dat het pad van de evolutie vastligt. De Britse paleontoloog Simon Conway Morris poneert de stelling dat de evolutie logischerwijs moest leiden tot de mens en het zelfbewust leven. Gefundeness fressen voor de groep creationisten, waar Morris trouwens zelf geen onderdeel van vormt, om te concluderen dat er wel degelijk een leidende hand achter de evolutie zit en niet een toevallige reeks gebeurtenissen. Een zelfde vraag kan je stellen over onze huidige digitale evolutie. Is de uitkomst voorspelbaar? En over welke termijn dan wel? Een aantal van de huidige evoluties in sectoren zijn zeker vooraf aangekondigd. Met 7 miljard voorspellers zijn er altijd wel die het bij het rechte eind hebben. Het is echter niet omdat je de WK-finale Frankrijk-Kroatië hebt voorspeld, dat je iets van voetbal kent. Cruciaal in elk geval is om alle zintuigen scherp te houden op het veranderende milieu en daarop gevat in te spelen.
Oh ja, convergente evolutie kent ook nog een tegenpode: divergente evolutie. Daardoor ontstaan uit een voorouder 2 soorten die een gemeenschappelijk kenmerk gaan door ontwikkelen tot een verschillende functionaliteit: de menselijke hand en de vleermuisvleugel om maar één voorbeeld te geven. Bij het definiëren van het business model is het niet voldoende om kernmiddelen op te lijsten. Het is vooral zaak om te bekijken hoe je die anders kan inzetten. Welke waarde kan je met de nieuwe technologieën creëren voor je klanten, die je vroeger niet kon genereren? Divergente evolutie leidt vaak tot wat we wel eens als disruptie omschrijven. Disruptie ontstaat door een gap tussen technologische mogelijkheden en verwachtingen van de markt (vooral dat eigenlijk) enerzijds en het dominante aanbod in diezelfde markt anderzijds. Disruptie mag dus vooral niet geïnterpreteerd worden als verrassend, wetende dat de onderliggende veranderingen in de omgeving al lang duidelijk zijn. Trendwatchers zeggen al jaren vergelijkbare dingen. Klimaatopwarming, mobiliteitscongestie, vergrijzing, waterschaarste en de klant die dicteert... het zijn allemaal voorbeelden van zekerheden die mogelijkheden scheppen voor zowel convergente als divergente evolutie. Uiteraard kan het soms snel gaan als er een bedrijf, meestal een start-up, slim inspeelt op de wijzigende mogelijkheden. Ecologisch lijken we soms de evolutiesnelheid trouwens ook te onderschatten. De huidige klimaatopwarming is en wordt bv. nog meer een belangrijke factor in de ecologische selectiedruk. Recent gepubliceerde onderzoeksresultaten van de UAntwerpen en UGent tonen aan dat de hogere frequentie aan orkanen mogelijk al tot een aanpassing leidt van de lokale hagedissenpopulatie: ze worden kleiner, met langere voorpoten en kleinere achterpoten en grote hechtschijven om zich aan de bomen vast te houden. Soorten die zich snel reproduceren hebben een beduidend voordeel in de selectiedruk. Wat dat betreft staan we er als soort niet zo best voor.
Sommigen in de landbouwsector hebben alvast die boodschap goed begrepen bleek uit een recent artikel uit De Tijd. Kernboodschap: hoe iets wat op korte termijn een probleem (waterschaarste) lijkt, om te buigen tot een strategisch voordeel op langere termijn. Het is altijd hetzelfde met strategie: the devil is in the details. Dat geldt nog meer in een VUCA-wereld waarin onzekerheid en ambiguïteit een constante zijn. Gelukkig is het nooit te laat om in te spelen op de nieuwe mogelijkheden. Er komen steeds nieuwe mogelijkheden...