maandag 28 februari 2011

The African innovation germ

Last sunday, I had the pleasure to attend a concert of Norwegian Tapas. The concert gave roam to 3 Norwegian performers (groups) in the field of Norwegian folk music and world music. One of them was the winner of the Norwegian folk contest 2009. His name is Kouame Sereba, born and grown up in Ivory Coast and now living for about 20 years in Norway. Apart from the true passion of this multi-instrumentalist (guitar, djembe, mouth harp (dodo) and singing), his story is a nice example of the innovation germ that is, although still underground, without doubt omni present in the African continent. Kouame left Ivory Coast as he was 19 and lived in different countries as Mali, Niger, Nigeria, Cameron, Central African Republic, Sudan, Egypt and Israel. In Israel, he got the feeling that the next step had to be a major change, so he left for Norway. Almost 20 years later, he plays an important role in the Norwegian Music scene.

Concerning entrepreneurship, this may count.

By collaboration with musicians , he mixes his Africanmusical roots with jazz, folk and other styles, resulting in a quite unique sound.

Concerning innovation potential, this may count too.

Now, what leads me to generalise his story and to say that there is an important innovation germ beneath the African soil? The mental flexibility of young African people will become their strength. It's just a matter of time until their mental strengths will be used for creation instead of only surviving. It asks "just" some visionary leaders to activate this potential. Now, it's sure that this mental switch will not happen tomorrow, nor next year (although recent evolutions in de the Mid-East were unpredictable last year as well). But, I'm pretty sure that Africa will be an economical growth hub within 10 to 20 years. Or do you really think that China is only present in Africa for raw materials? In the short term for sure, but I'm convinced that also a longer term vision is triggering China towards Africa.

Is Europe missing the boat?


vrijdag 25 februari 2011

Open Source Furniture

Brussels, 28/02/2011
6.30 am: Monique Legear wakes up in her room in the Sheraton Hotel in Brussels. Today should be her day. For 2 years, she and her team have worked day and night on a new concept of furniture. For years, it is pretty clear that investing a lot of money in the design of classical furniture no longer creates a good return on investment. Her client, a small SME active in the field of furniture, had challenged her to come with something new, something that would change the rules of the game in the sector related to marketing and product development. Clients no longer are waiting for standardized tables, chairs and couches but want something unique, something personal...

7.u00 am: During breakfast she discusses the last details of the presentation of the new furniture concept with Jacques Lemmens. Jacques is the main designer in her team. They agree that the first 2 minutes of the presentation will be crucial to get the management staff eager for the concept.

8.30 am: Monique checks for the last time her first slide of her presentation, nota bene the only slide she has. She smiles, full of confidence that this concept will startle her client.

9.00 am: Monique and Jacques enter the board room where the management committee is already in meeting since 8.00 am. The atmosphere seems informal, just what she had hoped for. Emotional state of the management will be an important factor in the acceptation of her proposal.

9.05 am: "Dear board members, this is your new furniture concept." The board room becomes suddenly dead quiet. Monique has just shown her one and only slide. It represents a website. Dear board members, this is your new furniture concept. Phil Omen, the board director sees the website, with pictures of different chairs, tables in raw wood and even parts of furniture as armrests, supporting constructions,... 'Euh Monique, can we go directly towards the final designs', he mumbles. "That's is exactly what they are Mr. Vansandt. This is a new concept of furniture, more specifically Open Source Furniture...

Brussels, 28/02/2012
10.00 pm: Phil Omen finally can take some time to relax. What a day! What a year! He remembers the earthquake that rocked his company exactly one year ago. The presentation of Monique Legear just one year ago initiated a revolution in the organisational thinking on product development. The idea of Open Source Furniture was at first not taken serious by most of the Board Members. But Phil immediately saw the enormous potential and took up the lead himself of this change project. 4 months ago, the Open Source Furniture concept was launched. After 4 months, they received already more than 300 furniture designs. He couldn't even imagine the cost it would absorb from internal resources to get this amount of designs. Today they had celebrated the first External Design Champion, selected by more than 5000 (potential) clients. It was never easier to get free press attention than this time. Phil is thinking: why did they need an external advisor to see this huge opportunity? Pretty obvious, there were blind spots within the board's vision after all these years. He can't wait for tomorrow, while Monique Legear has mentioned him she will come up with a new idea to increase even more customer involvement in their innovation processes...

PS: All characters are fictional



vrijdag 18 februari 2011

Al gedacht aan mogelijkheden van 'business sharing' in uw sector'

In een recente TED talk gaat Lisa Gansky dieper in op haar boek 'The Mesh: why the future of business is sharing". Vertrekpunt is dat veel infrastructuur erg inefficiënt wordt gebruikt. Klassiek voorbeeld is daarbij onze wagen die gemiddeld slechts 8% van de tijd een nuttige bijdrage levert. 92% van de tijd is die wagen dus 'economische afval' tenzij natuurlijk je prachtige bolide je ook stilstaand in (esthetische) vervoering brengt. Bekeken vanuit dit perspectief rijpt al snel een andere business model: "It's information, not transport, you stupid". Bedrijven zoals zipcar (http://www.zipcar.com/) of whipcar (http://www.whipcar.com/) brengen dat in de praktijk. Op het eerste gezicht denk je: wat is er zo nieuw aan het sharen van auto's? Bedrijven zoals een Hertz doen dit al decennialang? Maar dan ga je voorbij aan de verrijkte informatiestroom die een bedrijf als Zipcar kan valoriseren. Ze krijgen immers goed zicht op elementen als welke wagens we prefereren, hoe we ons bewegen,... Nuttige informatie voor andere partijen.

Als alles geconnecteerd kan worden, waar we dichter bij zijn dan we denken, creëert dat enorm veel mogelijkheden om in verschillende sectoren een echte (fysische) netwerkeconomie te maken. Voorbeelden zijn legio:

- car sharing
- office sharing (bv. http://www.bardoffice.com/)
- pet sharing (bv. http://www.shareapet.org/)
- ...

Maar ook in B2B omgevingen ontstaan er meer en meer modellen initiatieven gericht op 'sharing' al dan niet vertaald onder de vlag 'open innovatie' op in een 'campusmodel'. Denk bv. aan de Philips site in Eindhoven of recente initiatieven in Vlaanderen binnen de chemische sector om te streven naar een model om dure en complexe testinfrastructuur te delen.

Nog interessante voorbeelden van 'sharing' gedetecteerd? Misschien al eens nagedacht over toepassing van dergelijk model in uw sector?




dinsdag 15 februari 2011

Te veel creativiteit rem op innovatie?


Ik kwam deze namiddag voorbij aan het rondpunt op de foto. Op het eerste gezicht een mooi staaltje van creativiteit. Na 3 keer rond deze rotonde gereden te hebben, werd het echter meteen ook een metafoor voor dreigende inefficiëntie door een overmaat aan creativiteit. Het zijn eerder uitzondering, maar af en toe kruis ik wel eens het spoor van een bedrijf waarbij de ondernemer het ene potentieel interessante idee na het andere uit de mouw schudt.

Niet zelden excelleren die bedrijven echter niet door succesvolle innovaties. Innovatie zou immers net discipline moeten brengen in het creatieve proces. Op een bepaald moment moet er een afslag genomen worden van het ronde punt of de passagiers in de wagen worden duizelig. En net de kunde om een afslag te nemen missen sommigen. Op zo'n momenten is het goed om te kunnen terugvallen op een rationeel kader om uw ideeën te toetsen: hoe vernieuwend is het product en hoe sterk komt het tegemoet aan wat uw klanten echt willen, wat is het marktpotentieel, welke ontwikkelrisico's zijn er nog, kan u dit vlot inpassen in uw organisaties...U beoordeelt uw ideeën zo op hun waarde en kan op basis daarvan de goede afslag kiezen.

Soms ook al op een rond punt blijven rondtoeren?

maandag 14 februari 2011

Innovatie als een virus in de organisatie?

Wat is de overeenkomst tussen het menselijk immuunsysteeem en organisaties? Volgens de onderzoeker Gilley is er een overeenkomst tussen het menselijke immuunsysteem en organisaties: beide hebben beide een hekel aan indringers. Bij het menselijk lichaam heeft een indringer de vorm van een virus, een bacterie of iets anders lichaamsvreemd zoals een implantaat of donororgaan.

Ik zou een stap verder durven gaan om de vergelijking beter te maken. Ons immuunsysteem heeft immers in vele gevallen een positieve impact op ons welzijn. Zonder immuunsysteem zou de minste infectie immers een dodelijke afloop hebben. Ook in bedrijven zijn er bepaalde indringers die we best met een sterk organisatorisch immuunsysteem (laat ons het even bedrijfscultuur noemen) bestrijden. Ik denk bv. aan kwaliteitsverliezen, mismanagement, uitval, sociale misbruiken (zoals pesten),... Immuniteit moet met andere woorden niet negatief zijn, ook niet in organisaties.

Ons lichamelijk immuunsysteem geraakt soms echter in overdrive en begint dan lichaamseigen cellen aan te vallen, cellen die het goed met ons voor hebben dus. Een ganse reeks auto-immuunziektes zijn het gevolg (MS, reuma,...). En dat is wat er helaas soms ook bij bedrijven plaatsvindt. Voorstellen om de kwaliteit te verbeteren, een visionair management dat verandering beoogt om het bedrijf voor te bereiden op de toekomst, positieve sociale initiatieven zoals hogere flexibiliteit,... worden aangevallen door het immuunsysteem van de organisatie dat zich van vijand vergist. De organisatie wordt zo van binnenuit verzwakt en bij een externe infectie (marktwijziging, nieuwe concurrent) wordt dat meestal noodlottig.

Hoe kunnen we dergelijke auto-immuniteitsziektes in organisaties nu vermijden? In de geneeskunde is er zeker nog geen consensus over de mogelijke overzaken van auto-immuniteitsziektes. Vaak wordt evenwel geschermd met oorzaken in de sfeer van milieuvervuiling en stressomstandigheden. In een organisatie klopt dat in elk geval zeer zeker. Een bedrijfscultuur die gekenmerkt wordt door waarden als openheid, enthousiasme, respect, inspirerend, creatief,...zal veel minder kans hebben op enige vorm van auto-immuniteit. Organisaties met veel 'vervuiling' van de bedrijfscultuur daarentegen zullen moeten hopen op therapieën die de toestand terug kunnen rechttrekken. Preventie versus therapie dus, waarbij de kans op resultaat van de therapie klein is en de kost des te hoger.

Bent u ook al bezig met preventie?


Een mislukte poging...hip, hip, hoera

Vorig jaar probeerden we in de regio met een aantal gelijkgestemde zielen een duurzaamheidschallenge uit de grond te stampen. Doel was om duurzame initiatieven in onze regio sterker te profileren en ook best practices die er vaak lokaal zijn, te veralgemenen. Contacten met locale overheden werden gelegd. In diverse vergaderingen werd een concept uitgewerkt dat zo'n challenge moest dragen. 1,5 jaar later zit het initiatief in de ijskast. De locale overheden kregen we onvoldoende enthousiast om een en ander mee te ondersteunen, vooral omdat de workload op dat niveau hen meer water aan de lippen brengt dan de recente winterse watersnood. Slotsom van het laatste overleg: "hey, we hebben toch maar geprobeerd en er nog wat uit bijgeleerd..." De beste manier om een idee te testen is immers om het te proberen.

In organisaties wordt zo'n slotconclusie helaas nog wat weinig getrokken. Nochtans geven veel bedrijfsleiders aan dat er wel degelijk ruimte bestaat voor initiatief en falen in hun bedrijf om innovatie te stimuleren. Voorbeelden van mislukkingen en hoe men daar mee omging, ontbreken echter meestal. Of het moet zijn dat alle initiatieven in een overdonderend succes resulteerden, of er is toch een zekere schroom om over mislukkingen te spreken. Dat is dan meteen een indicator dat er geen echte bedrijfscultuur is waarin ruimte is voor falen. Raar, want als je ondernemers hoort spreken over hun beginjaren, waren die niet zelden een opeenstapeling van vallen, leren, opstaan en weer doorgaan. Hoe komt het dan dat ze die vitaliteit niet in hun ganse bedrijf krijgen?

Misschien moeten we in de toekomst niet spreken over falen, maar over succesvol mislukken. Enkele zaken die alvast bijdragen tot een bedrijfscultuur die succesvol mislukken incorporeert zijn:

1) Prijs medewerkers die initiatief namen en die mislukten in hun opzet, vooral ook in het zicht van collega's
2) Vertaal lessons-learned uit mislukkingen naar iedereen in het bedrijf
3) Laat vooral ook het management open spreken over bv. foute inschattingen en hoe daar lessen uit werden getrokken

Creëer met andere woorden een zeer open communicatie over 'falen' en hoe daar mee omgegaan wordt in het bedrijf.
Voor alle duidelijkheid: dit impliceert niet dat mensen niet op hun verantwoordelijkheid en competentie moeten aangesproken worden. Mislukking tengevolge van nalatigheid zou ik niet direct in de etalage zetten.

Kortom: Try and fail, but don't fail to try als je wil innoveren. Bijkomende tips voor een bedrijfscultuur die open-minded is voor mislukken zijn welkom.

donderdag 10 februari 2011

Welke Business models zijn nuttig voor socio-culturele organisaties en bedrijven?

Toen ik enkele weken terug aan een vergadering deelnam van een socio-culturele organisatie waarin ik participeer, ging de discussie op een bepaald moment over mogelijke toekomstperspectieven. Al snel merk je dan hoe vastgeroest men zit in bepaalde modellen hoe zo'n organisatie er moet uitzien. What has been will be... Enige analogie met bedrijven is in zo'n organisatie niet vreemd, dus leek het me wel eens interessant om me even te verdiepen in de mogelijke impact van wat nieuwere businessmodellen op zo'n organisatie. Zo'n model moet in deze context voor alle duidelijkheid niet enkel streven naar een goed verdienmodel (de kas moet gespijsd worden), maar zeker ook nog voldoende sociale impact. Enkele mogelijke insteken in zo'n omgeving zijn:

- mecenaat model: in dit geval zoekt de organisatie donors die bv. geld inbrengen om een product of dienst die de organisatie aanbiedt te sponsoren zodat dit aan de doelgroep kan verstrekt worden. Veelal is dit geen echt duurzaam model, al kan het wel andere modellen ondersteunen. De voorbeelden zijn legio bij talrijke NGO's.

- profit for non-profit model: biedt producten en/of diensten aan een meer kapitaalkrachtige klasse aan tegen betaling en gebruik de winst om de minder kapitaalkrachtige doelgroep te kunnen bereiken. Interessant model, maar in nogal wat organisaties betekent dit een lastige discussie, omdat commerciële activiteiten vaak botsen met de sociaal geïnspireerde missie. Dit is bijvoorbeeld wel een alternatief in kleinere verenigingen. Een muziekvereniging hoeft geen lidgeld te vragen als ze haar 'product' commercieel aanbiedt aan derden terwijl ze haar sociale 'dienst' (iedereen kans bieden om muziek te spelen) vervult.

- kennisvalorisatie model of ook wel valorisatie van de crowd: valoriseer de kennis die je opdoet vanuit de sociale missie. Zo kan een organisatie die bv. veel kennis opdoet over de noden van haar leden, die informatie valoriseren, uiteraard binnen de context van wat wettelijk toelaatbaar is en dus mits akkoord van die leden. Recent kwam ik een voorbeeld tegen waarbij een organisatie betaald werd als leden (na een infoavond door een comemrcieel) bedrijf tot aankoop overgingen.

Misschien hebt u nog andere suggesties voor een duurzaam financieringsmodel voor socia-culturele organisaties?

zondag 6 februari 2011

We willen wel innoveren mijnheer maar onze klanten volgen niet...

Een uitdaging waarmee nogal wat bedrijfsleiders kampen is het goed inschatten van de snelheid waarmee hun klanten nieuwe ontwikkelingen verwelkomen. Zeker niet altijd evident. Immers, een meerderheid van ons is eerder afwachtend en risico aversief. Nieuw aanbod wordt dus eerst goed 'besnuffeld' vooraleer tot aankoop over te gaan. Liefst van al zien we enkele soortgenoten eerst de nieuwe technologie of dienst verkennen vooraleer ons daar zelf aan te wagen. Die absorptiecapaciteit voor nieuwe ontwikkelingen is zeker sectorafhankelijk. Het spreekt voor zich dat in een sector als voeding, chemie, waterzuivering...bedrijven iets langer vasthouden aan proven technology. De investeringskosten zijn meestal van die ordegrootte dat bij beslissingen het vertouwen in het bestaande overwint van het aantrekkelijke van het nieuwe. In een sector als ICT daarentegen vinden nieuwe ontwikkelingen veel sneller een weg. En toch heb ik sterk de indruk dat bedrijven ook bij de huidige digitale (r)evolutie soms op de rem staan omdat de de innovatie-absorptiecapaciteit van de 'massa' niet groot genoeg is om te volgen.

De theorie van Geoffrey Moore (Crossing The Chasm) waarin hij wijst op het 'gat' tussen de early adopters en de early majority is meer dan ooit actueel. Hoewel de voorgestelde oplossingen van Moore nog steeds geldig zijn (kiezen gerichte doelmarkt, goede positionering, ...), illustreert de verkoop van zijn eigen boek de sterkte van een andere tool om 'crossing the chasm' te ondersteunen. Oorspronkelijk werd de oplage van het boek op 5000 exemplaren geraamd. Het werden er na 10 jaren meer dan 300 000. Volgens Moore een gevolg van de sterke word-of-mouth en dit anno 1991! 20 jaar later vormen sociale media m.i. een enorm belangrijke component om 'the chasm' te overbruggen. Dit verhoogt sterk de innovatie-absorptiecapaciteit van de markt. Maar ook nu heeft die een limiet. Meteen de reden waarom onze ijskast momenteel nog niet communiceert met onze GSM hoewel dat technologisch perfect mogelijk en betaalbaar zou zijn?

Comments welkom uiteraard...

donderdag 3 februari 2011

Citysumers aan de macht?

Vandaag verscheen bij Trendwatching een trendanalyse over de impact van de verstedelijking op consumptie de de kansen die dat biedt. Niet alleen woont nu al meer dan 50% van de wereldbevolking in stedelijk gebied (tegen 2050 ruim 70%), dagelijks reizen vele anderen van die bevolking voor hun werk of andere doeleinden naar diezelfde steden. Een massabereik dus...Steden worden meer en meer echte aantrekkingspolen voor talent, creativiteit, cultuur. Kortom: de kansen moeten hier voor het grijpen liggen met zoveel volk op zo'n relatief kleine ruimte. Trendwatch geeft enkele kansen mee:

1) inspelen op stadsidentiteit: b.v. producten met een branding die refereert naar herkomst
2) mensen bij mekaar brengen: b.v. via diverse apps, ...
3) inspelen op beleving in steden ifv branding: bv. Volvo met http://www.starliteurbandrivein.co.uk/
4) inspelen op ecologie: b.v. bringBuddy initiatief van DHL (https://d-school-blog.hpi-web.de/?p=929)
5) inspelen op onthaasting: bv. verhuur van tuinen om in te ontspannen nabij steden (http://www.meine-ernte.de/index.html)
6) het platteland naar de stad brengen: bv. http://www.holtonfarms.com/how-to-buy/farm-truck/
7) gezien ruimtegebrek ontstaat er veel interesse in huur van diensten/producten


Misschien heeft er iemand nog andere ideeën?